2. Op dit moment is de installatie van Lab 1 afgerond.
10.3.3.2 Andere instellingen indien Lab 2 wordt geselecteerd
1. Instrument toont het aantal telkens te genereren exemplaren. 8
parameters (1~8) zijn beschikbaar. Druk op [Func] of [Unit] totdat
de gewenste parameter verschijnt. Druk daarna op [Print/M+] om
op te slaan.
2. Op dit moment is de installatie van Lab 2 afgerond.
10.3.3.3 andere instellingen wanneer Lab 4 / Lab 5 wordt geselecteerd
1. Instrument toont huidige statistische data-uitvoer
(On / Off). Wanneer Sd op On staat, worden ook onderstaande
statistische resultaten verstuurd.
•
Max = Maximum waarde
•
Min = Minimum waarde
•
Diff = Differentiatie (Max – Min)
•
X = Gemiddelde
•
Sd = Standaardafwijking. Formule:
•
Srel = Relatieve Standaardafwijking
2. Druk op [Func] of [Unit] totdat de gewenste parameter verschijnt.
Druk daarna op [Print/M+] om op te slaan.
3. Op dit moment is de installatie van Lab 4 / Lab 5 afgerond.
10.3.3.4 Andere instellingen wanneer LP-50 / TSC wordt geselecteerd
Instrument toont een aantal exemplaren die telkens gegenereerd
1.
worden. Er zijn 8 parameters (1~8) beschikbaar. Druk op [Func]
of [Unit] totdat de gewenste parameter verschijnt. Druk daarna op
[Print/M+] om op te slaan.
Instrument toont label file nummer (FL1 01 ~ FL1 99) om te printen
2.
in label format groep 1. Druk op [Func] of [Unit] totdat het
gewenste label file nummer verschijnt. Druk daarna op [Print/M+]
om op te slaan.
Instrument toont label file nummer (FL2 01 ~ FL2 99) om te printen
3.
in label format groep 2. Druk op [Func] of [Unit] totdat het
gewenste label file nummer verschijnt. Druk daarna op [Print/M+]
Statistische data-uitvoer berekent alleen de weeggegevens. Extra statistische gegevens
22
worden uitgevoerd indien Sd is ingesteld op On.
32
(Sd) instelling
22