3.10
Temperatuurverhoging instellen
Deze paragraaf beschrijft een methode om het waterdebiet over de warmtewisselaar in te stellen indien men niet
beschikt over meetapparatuur waarmee een meting over de inregelafsluiter kan worden uitgevoerd. Het waterdebiet
kan ingeregeld worden door de temperatuurverhoging over de warmtewisselaar in te stellen:
1.
Zet de regelthermostaat laag.
2.
Aan de retour- en aanvoerzijde van de warmtewisselaar bevinden zich temperatuurmeters. Controleer de
aanwijzing van de beide temperatuurmeters, de aanwijzing moet gelijk zijn. Indien er een verschil is dan moet dit
verschil in de uitkomst van de temperatuurverhoging gecorrigeerd worden.
3.
Zet de regelthermostaat hoog. Lees na enige tijd, als de temperatuur gestabiliseerd is, het verschil in temperatuur
tussen de retour- en aanvoerzijde van de warmtewisselaar af. Dit verschil is de temperatuurverhoging. Tabel 5 geeft
de vereiste temperatuurverhoging over de wisselaar weer.
tabel 5: temperatuurverhoging
model
EWN40
T (C)
4.
Indien de temperatuurverhoging te laag is, is het waterdebiet te hoog. Smoor met behulp van de inregelafsluiter
het waterdebiet, totdat de temperatuurverhoging overeen komt met de waarde vermeld in tabel 5. Blokkeer de
voorinstelling op inregelafsluiter.
5.
Indien de temperatuurverhoging te hoog is, is het waterdebiet te laag. Controleer het volgende:
-
alle afsluiters in de circulatieleiding tussen toestel en voorraadvat moeten volledig geopend zijn
de diameter en lengte van de circulatieleiding, zie paragraaf 2.7
-
de draairichting van de pompmotor
-
de positie van de pomppakkingen ten opzichte van de flenzen.
-
3.11
Buiten bedrijf stellen
Zet de regelthermostaat laag. Wacht tot de ventilator uitgedraaid is en schakel dan de elektrische voeding naar zowel
toestel als de pomp af. Sluit de gaskraan voor het toestel. Bij vorstgevaar moet de installatie worden afgetapt.
EWN50
2,5
3,5
EWN65
EWN75
4
5
13