3.5
Ontstekings- en ionisatie-elektrode
Het toestel is voorzien van aparte elektrodes voor ontsteking en ionisatie, zie figuur 13. De afstand tussen beide pennen
van de ontstekingselektrode is 3,5 mm. De ionisatiestroom kan gemeten worden door een micro-ampèremeter in serie
te schakelen met het ionisatiecircuit. De ionisatiestroom ligt tussen 1,5 en 4,0 A DC.
3.6
In bedrijf stellen
1.
Alvorens het toestel in werking te stellen dient gecontroleerd te worden dat:
de installatie geheel gevuld is met water
-
de afsluiters in de aanvoer- en retourleiding geopend zijn
-
-
de gasleiding ontlucht is
-
de elektrische voeding naar het toestel en de pomp is ingeschakeld
de fase en nul correct zijn aangesloten op het toestel
-
de draairichting van de pompmotor correct is
-
2.
Open de gaskraan voor het toestel.
3.
Schakel de spanning in met de voedingsschakelaar op het toestel, deze bevindt zich aan de linkerzijde op het
toestel. Ingeschakeld is de schakelaar verlicht.
4.
Verwijder het voorste toegangspaneel
5.
Druk op de reset-knoppen van de maximaal beveiliging en de branderautomaat.
6.
Stel de regelthermostaat in op de gewenste temperatuur. Het toestel begint nu met de opstart procedure.
7.
Verricht de volgende metingen om zeker te zijn dat het toestel goed functioneert:
controleer de voordruk, zie paragraaf 3.7
-
-
controleer de branderdruk, zie paragraaf 3.8
controleer de instelling van de luchttoevoerventilator, zie paragraaf 3.9
-
-
gesloten toestellen: controleer de overdruk in het rookgasafvoerleiding ter plaatse van de toestelaansluiting,
deze is maximaal 50 Pa (0,50 mbar)
8.
Stel het waterdebiet over de warmtewisselaar in op 3,7 l/s (13,32 m
temperatuur boven de 80C is ingesteld moet het waterdebiet over de warmtewisselaar op 3,9 l/s (14,04 m
worden ingesteld. Het waterdebiet kan over de inregelafsluiter in de aanvoerleiding gemeten worden. Blokkeer de
voorinstelling op inregelafsluiter. Indien men niet over apparatuur beschikt om een meting over de inregelafsluiter
te verrichten, kan het debiet worden ingeregeld door de temperatuurverhoging over de wisselaar in te stellen, zie
paragraaf 3.10
figuur 13: ontstekings- en ionisatie-elektrode
10
3
/h). Bij toestellen waarbij de gewenste
3
/h)