10. Zet de regelthermostaat laag.
11. Sluit de branderdrukmeetnippel en verwijder het T-stuk uit de referentieslang. Zorg ervoor dat de afdekschroef op
de drukregelaar goed is aangedraaid.
3.9
Luchttoevoerventilator instellen
De stuwdruk van de luchttoevoerventilator wordt ingesteld met behulp van een luchtschuif, zie figuur 16.
figuur 16: luchttoevoerventilator
De instelling van de luchttoevoerventilator wordt gecontroleerd door het drukverschil tussen de witte en zwarte slang
naar de luchtdrukschakelaar te meten, zie figuur 17:
1.
Zet de regelthermostaat laag.
2.
Neem de beide slangen los van de luchtdrukschakelaar.
3.
Sluit de beide slangen op een manometer aan.
4.
Zet de regelthermostaat hoog en lees het drukverschil af. Tabel 4 geeft de minimale en maximale waarde van het
drukverschil weer.
tabel 4: drukverschil
model
minimaal
(mbar)
EWN40
EWN50
EWN65
EWN75
Moet de instelling van de luchttoevoerventilator gecorrigeerd worden ga dan verder met stap 5. Is geen correctie
noodzakelijk ga dan naar stap 8.
5.
Draai de twee moeren rechts op de montageflens van de luchttoevoerventilator gedeeltelijk los. Het is nu mogelijk
om de luchtschuif te verschuiven.
6.
Verschuif de luchtschuif zodanig dat de uitlezing op de manometer binnen de grenzen van tabel 4 valt.
7.
Zet de twee moeren weer vast en controleer nogmaals de uitlezing van de manometer.
8.
Zet de regelthermostaat laag.
9.
Sluit de beide slangen weer aan op de luchtdrukschakelaar.
maximaal
(mbar)
4,0
5,7
4,0
6,2
3,7
5,0
3,7
5,0
figuur 17: luchtdrukschakelaar
12