3 BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
3.1
Werking
Bij warmtevraag van de regelthermostaat wordt de branderautomaat bekrachtigd en de luchttoevoerventilator gestart.
Een luchtdrukschakelaar controleert het luchtdebiet en daarmee de werking van de luchttoevoerventilator. Nadat het
vereiste drukverschil aanwezig is en de luchtdrukschakelaar sluit, volgt gedurende 15 seconden een voorspoelperiode.
Aan het eind van deze periode worden gasklep en ontsteking bekrachtigd. Zodra de brander is ontstoken en er een
vlamsignaal is wordt de ontsteking uitgeschakeld. Bij beëindiging van warmtevraag door de regelthermostaat wordt de
gasklep gesloten en dooft de brander. De luchttoevoerventilator blijft gedurende 30 seconden nadraaien.
3.2
Regelthermostaat
In het toestel bevindt zich een regelpaneel, zie figuur 10. Verwijder het voorste toegangspaneel om het regelpaneel te
bereiken. Op het regelpaneel bevindt zich de regelthermostaat waarmee de gewenste watertemperatuur ingesteld
wordt. Afhankelijk van het model is de temperatuur tot maximaal 95C instelbaar.
De regelthermostaat regelt de retourtemperatuur, voor warmtapwatertoestellen is deze temperatuur gelijk aan de
temperatuur die in het voorraadvat heerst. De dompelvoeler van de thermostaat bevindt zich aan de retourzijde van de
warmtewisselaar, zie figuur 11. Stel de regelthermostaat niet hoger af dan voor de toepassing noodzakelijk is. Om
condensatie op de warmtewisselaar te voorkomen mag de ingestelde temperatuur niet lager zijn dan 65C.
figuur 10: regelpaneel
figuur 11: locatie van de dompelvoelers
8