Inbedrijfstelling en bediening
Inbedrijfstellingsassistent
4.3.2
Identificatie van het apparaat
4.3.2.1
Serienummers en karakteristieken van het apparaat
▸
Controleer de ingevoerde parameters:
Vergelijk de serienummers en karakteristieken met die op het typeplaatje.
Informatie over het apparaat
▸
Vergelijk de modelnaam met het typeplaatje en vergewis u ervan dat het FLOWSIC600-
XT geschikt is uitgerust voor de applicatie.
Gedetailleerde beschrijving van de modelnaam, zie → blz. 152, §9.6.
▸
Voer een naam voor het apparaat in: de naam van het apparaat kan vrij worden
gekozen.
▸
Optioneel kunnen de GPS-coördinaten van de gasmeter worden ingevoerd.
Hierdoor kan de locatie van de gasmeter op Google Maps worden weergegeven:
Voorbeeld: locatie van de gasmeter
Afbeelding 31
FLOWSIC600-XT · Gebruiksaanwijzing · 8024738/13GE/V 1-1/2019-10 · © SICK Engineering GmbH
BELANGRIJK:
Bij de inbedrijfstelling met behulp van de inbedrijfstellingsassistent worden
parameterwijzigingen pas bij het afronden van de inbedrijfstelling naar het
apparaat geschreven.
BELANGRIJK:
Voor parameterwijzigingen moet de configuratiemodus actief zijn.
▸
Klik op het volgende om de configuratiemodus te activeren:
▸
Alternatief kunt u op het symbool in de toolbar klikken.
69