Koelleidingen
1
Lijn het middelpunt van de beide flares uit en draai de wartel-
moeren 3 of 4 slagen met de hand vast. Draai ze dan volledig
vast met een momentsleutel.
Draai de wartelmoeren vast met een momentsleutel om schade
te voorkomen aan de wartelmoeren en om te voorkomen dat
gas ontsnapt.
1
Momentsleutel
2
Moersleutel
3
Leidingverbinding
4
Wartelmoer
Wartelmoer
Ø6,4
Ø9,5
Ø12,7
Ø15,9
Aanhaalkoppel kleppendeksel
Vloeistofleiding
26,5~32,3 N•m
Aanhaalkoppel deksel servicepoort
2
Wanneer u de flaremoer bevestigt, smeert u eerst de binnenkant
van de flare in met ether- of esterolie en draait u ze vervolgens
met de hand 3 of 4 slagen vast, voordat u ze stevig vastschroeft.
Montagehandleiding
5
1
4
Aanhaalkoppel wartelmoer
15~17 N•m
33~39 N•m
50~60 N•m
63~75 N•m
Gasleiding
48,1~59,7 N•m
10,8~14,7 N•m
Ontluchten en controleren op gaslekken
Wanneer de leidingen zijn aangelegd, moet u ontluchten en
controleren op gaslekken.
WAARSCHUWING
Breng geen andere stoffen dan het opgegeven
koelmiddel (R410A) in de koelcyclus.
In geval van koelgaslekken moet u de kamer zo snel
en zo goed mogelijk verluchten.
2
R410A en andere koelmiddelen moeten altijd worden
opgevangen en mogen nooit rechtstreeks in het milieu
3
terechtkomen.
Gebruik een vacuümpomp alleen voor R410A.
Wanneer u deze vacuümpomp ook voor andere koel-
middelen gebruikt, kan de pomp of de unit schade
oplopen.
Als u extra koelmiddel gebruikt, moet u met een vacuümpomp
ontluchten aan de koelleidingen en de binnenunit, en dan extra
koelmiddel bijvullen.
Draai de afsluiterstang met een zeskantsleutel (4 mm).
Alle aansluitingen van koelleidingen moeten met een moment-
sleutel worden vastgedraaid met het opgegeven aanhaalkoppel.
1
Sluit de uitstekende kant (waarop de pen is ingedrukt) van de
vulslang van het meterverdeelstuk aan op de servicepoort van
de gasafsluiter.
2
Draai de lagedrukklep (Lo) van het meterverdeelstuk volledig
open en sluit de hogedrukklep (Hi) volledig.
Verder moet u niets meer doen met de hogedrukklep.
3
Pomp het systeem vacuüm. Controleer of de manometer
–0,1 MPa (–760 mm Hg) aangeeft.
Pomp het systeem best gedurende minstens 1 uur vacuüm.
4
Draai de lagedrukklep (Lo) van het meterverdeelstuk dicht en
stop de vacuümpomp.
Wacht 4-5 minuten en controleer of de meternaald niet daalt.
Als de naald daalt, wijst dit op de aanwezigheid van vocht of
lekkage van aangesloten delen. Controleer alle aangesloten
delen en draai de moeren een beetje los en dan weer vast, en
herhaal dan stap 2-4.
5
Verwijder het deksel van de vloeistofafsluiter en de gasafsluiter.
6
Draai de stang van de vloeistofafsluiter 90 graden linksom met
een zeskantsleutel om de klep te openen.
Sluit ze weer na 5 seconden en controleer op gaslekken.
Controleer met zeepwater op gaslekken aan de flare van de
binnenunit en de buitenunit en de klepstangen.
Veeg na de controle alle zeepwater af.
7
Maak de vulslang los van de servicepoort van de gasafsluiter en
draai dan de vloeistof- en de gasafsluiter volledig open.
Probeer de klepstang nooit voorbij de aanslag te draaien.
8
Draai de kleppendeksels en het deksel van de servicepoort van
de vloeistof- en de gasafsluiter vast met het voorgeschreven
aanhaalkoppel met een momentsleutel. Zie
koelleiding" op pagina 4
Koelmiddel vullen
Deze buitenunit is in de fabriek gevuld.
Zie het naamplaatje van de unit in geval u koelmiddel moet bijvullen.
Op het naamplaatje staat het type van het koelmiddel en de vereiste
hoeveelheid aangegeven.
Voorzorgsmaatregelen bij het vullen met R410A
Vul de voorgeschreven hoeveelheid koelmiddel bij in vloeibare
toestand in de vloeistofleiding.
Aangezien dit koelmiddel een gemengd koelmiddel is, kan de
samenstelling van het koelmiddel veranderen en de normale werking
onmogelijk worden wanneer u koelmiddel in gasvorm bijvult.
"Montage van de
voor meer informatie.