Voorzorgsmaatregelen bij de installatie
Controleer de stevigheid en het horizontaal vlak van de
ondergrond van de installatie opdat de unit na de installatie geen
trillingen of lawaai zou veroorzaken.
Maak de unit goed vast met funderingsbouten zoals aan-
gegeven in de funderingstekening. Leg 4 sets met M8- of M10-
funderingsbouten, moeren en vulringen klaar (lokaal te
voorzien).
De beste manier is om de funderingsbouten in te schroeven tot
ze nog 20 mm boven het oppervlak van de fundering uitsteken.
Installatievoorschriften voor de buitenunit
Volg de onderstaande installatierichtlijnen op wanneer een muur
of een andere hindernis voor de luchtinlaat of luchtuitblaas van
de buitenunit staat.
Voor alle onderstaande installatiepatronen moet de muurhoogte
aan de uitblaaszijde ≤1200 mm zijn.
Muur aan één kant
Zij-aanzicht (eenheid: mm)
>100
Muren aan twee kanten
Bovenaanzicht (eenheid: mm)
>100
>50
Muren aan drie kanten
Bovenaanzicht (eenheid: mm)
>50
>350
>350
>50
>100
>350
Keuze van een installatieplaats van de
binnenunits
De maximaal toelaatbare lengte van de koelleiding en het maximaal
toelaatbare hoogteverschil tussen de buiten- en de binnenunits wordt
hieronder vermeld.
Hoe korter de koelleiding, des te beter de prestaties. Houd de
leidingen altijd zo kort mogelijk. De kortst toelaatbare lengte per
kamer is 3 m.
Capaciteitsklasse buitenunit
Leiding naar elke binnenunit
Totale leidinglengte tussen alle units
Als de buitenunit hoger staat dan de binnenunits
afbeelding 2)
Als de buitenunit anders staat (d.w.z. lager dan één of meerdere
binnenunits)
(Zie afbeelding 3)
1
Hoogteverschil: ≤7,5 m
2
Hoogteverschil: ≤15 m
Montage van de koelleiding
Het monteren van de leidingen moet gebeuren door een
erkend koeltechnicus, overeenkomstig de lokale en
nationale voorschriften.
Installatie van de buitenunit
Zie bij de installatie van de buitenunit
de keuze van de plaats" op pagina 2
van de binnen-/buitenunit" op pagina
Volg de onderstaande procedures als afvoer noodzakelijk is.
Methode voor installatie van afvoerleidingen
Gebruik de afvoerstop voor afvoer.
Gebruik in koude streken geen afvoerslang met de buitenunit.
Anders kan het condenswater bevriezen, met negatieve
gevolgen voor het verwarmingsvermogen.
1
Zie de onderstaande afbeelding voor de installatie van de
afvoerstop.
A
B
B
C
C
C
2
Sluit een lokaal geleverde plastic slang (binnendiameter van
25 mm) aan op de afvoeraansluiting (A).
Als de slang te lang is en doorhangt, moet u ze zorgvuldig
vastmaken om knikken te voorkomen.
Als de afvoeropeningen van de
LET OP
buitenunit geblokkeerd worden
door de installatiebasis of het
oppervlak van de vloer, moet u
de unit hoger plaatsen zodat er
een vrije ruimte van meer dan
100 mm onder de buitenunit
ontstaat.
4MXS80
5MXS90
≤25 m
≤70 m
(Zie
"Voorzorgsmaatregelen bij
en
"Installatietekeningen
3.
D
B
A
Montagehandleiding
≤75 m
D
B
4