Gebruik het voorgeschreven type bedrading voor de elektrische
aansluitingen tussen de binnen- en de buitenunits.
Klem de draden tussen de units goed vast zodat de aansluit-
punten niet worden belast door een externe oorzaak.
Onvolledige
aansluitingen
aansluitpunten doen oververhitten of brand veroorzaken.
Leg de kabels zodanig dat ze geen overbodige kracht
uitoefenen op de elektrische deksels of panelen nadat u de
draden tussen de units en de voedingsbedrading hebt
aangesloten.
Installeer deksels over de draden. Een onvolledige installatie
van de deksels kan oververhitting van de aansluitpunten,
elektrische schokken of brand veroorzaken.
Verlucht de kamer als er koelmiddel is gelekt tijdens de
installatiewerkzaamheden.
Het koelmiddel produceert een giftig gas als het wordt
blootgesteld aan vuur.
Controleer op lekkage van koelmiddel nadat de
installatie is beëindigd.
Het koelmiddel produceert een giftig gas als het wordt
blootgesteld aan vuur.
Wanneer u het systeem installeert of van plaats verandert, moet
u ervoor zorgen dat er geen andere stoffen (zoals bijvoorbeeld
lucht) dan het voorgeschreven koelmiddel (R410A) in het
koelmiddelcircuit terechtkomen.
Lucht of andere vreemde stoffen in het koelmiddelcircuit zal een
abnormale drukstijging of een breuk veroorzaken, wat leidt tot
letsels.
Stop tijdens het afpompen de compressor voordat u de
koelleiding verwijdert.
Als de compressor nog draait en de afsluiter tijdens het
afpompen openstaat, wordt lucht in het circuit gezogen wanneer
u de koelleiding verwijdert. Dit veroorzaakt dan een abnormale
druk in de vriescyclus, wat leidt tot defecten en zelfs letsels.
Monteer bij de installatie de koelleiding goed voordat u de
compressor inschakelt.
Als de compressor niet is aangesloten en de afsluiter tijdens het
afpompen openstaat, wordt lucht in het circuit gezogen wanneer
de compressor wordt ingeschakeld. Dit veroorzaakt dan een
abnormale druk in de vriescyclus, wat leidt tot defecten en zelfs
letsels.
Sluit het toestel aan op een aarding. Aard het toestel
niet op een nutsleiding, een spanningsbeveiliging of
een telefoonaarding.
Onvolledige aarding kan elektrische schokken veroor-
zaken. Een stroompiek veroorzaakt door de bliksem of
een andere bron kan de airconditioner beschadigen.
Installeer een aardlekschakelaar.
Anders bestaat het gevaar dat iemand een elektrische schok
krijgt.
VOORZICHTIG
Installeer de airconditioner niet op een plaats waar hij
mogelijk wordt blootgesteld aan lekken van een
ontvlambaar gas.
Als het gas lekt en zich rond de unit ophoopt, kan het
vuur vatten.
Leg de afvoerleiding aan zoals beschreven in deze handleiding.
Een gebrekkige afvoer kan waterschade veroorzaken.
Opmerking voor de installatie van de buitenunit.
In koude streken waar de buitentemperatuur enkele dagen rond
of onder het vriespunt blijft, kan de afvoer van de buitenunit
bevriezen. Installeer in dat geval een elektrische verwarming om
de afvoer te beschermen tegen de vorst.
Draai de wartelmoer vast zoals opgegeven, bijvoorbeeld met
een momentsleutel.
Als de wartelmoer te vast wordt gedraaid, kan ze na een tijdje
barsten en kan het koelmiddel gaan lekken.
Het geluidsdrukniveau is minder dan 70dB(A).
of
bevestigingen
kunnen
Accessoires
Accessoires geleverd bij de buitenunit:
de
Montagehandleiding
Afvoeraansluiting (A)
Afvoerdeksel (B)
Afvoeropvangbak (C)
Isolatietape (D)
Verloopstuk
Label gefluoreerde broeikasgassen
Meertalig label gefluoreerde
broeikasgassen
Schroeven voor installatie ter
plaatse
Voorzorgsmaatregelen bij de keuze van de
plaats
Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat
kleine dieren gaan nestelen in de buitenunit.
Kleine dieren die in contact komen met elektrische
onderdelen
veroorzaken. Gelieve de klant te zeggen de ruimte
rond de unit schoon te houden.
1
De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een omgeving met
ontploffingsgevaar.
2
Kies een plaats die stevig genoeg is om het gewicht van de unit
te dragen, die weerstaat aan de trillingen en waar de
werkingsgeluiden niet worden versterkt.
3
Kies een plaats waar de warme lucht uit de unit of het
werkingsgeluid de buren van de gebruiker niet storen.
4
Vermijd plaatsen in de buurt van slaapkamers e.d.; dit om
problemen met het geluid van de unit te voorkomen.
5
Er moet voldoende ruimte zijn om de unit naar binnen en buiten
te dragen.
6
Er moet voldoende ruimte worden voorzien voor de luchtdoor-
stroming en de luchtinlaat en -uitlaat mogen niet worden
geblokkeerd.
7
Zie erop toe dat er geen lekken van een ontvlambaar gas in de
nabijheid kunnen voorkomen.
Plaats het toestel zodanig dat het geluid en de uitgeblazen
warme lucht de buren niet storen.
8
Installeer de units, stroomsnoeren en kabels tussen de units op
minstens 3 m van tv- en radiotoestellen. Zo voorkomt u
storingen in beeld en klank.
Afhankelijk van de radiogolfomstandigheden, kunnen er zich
toch nog altijd elektromagnetische storingen voordoen, ook als
de unit op meer dan 3 m is geïnstalleerd.
1
1
2
3
1
1
1
1
4
kunnen
storingen,
rook
Montagehandleiding
of
brand
2