Afwassen
Besparingstip
Bij een niet vol beladen machine kunt u
meestal gebruik maken van een minder
sterk programma.
Programmagegevens
De programmagegevens vindt u
in de korte handleiding. Ze hebben
betrekking op normale omstandigheden.
Door:
verschillen in de hoeveelheid
serviesgoed
de temperatuur van het toegevoerde
water
de druk in de waterleiding
de omgevingstemperatuur
toleranties in de netspanning
en de toleranties in het apparaat (bijv.
temperatuur, hoeveelheid water,...)
kunnen grotere afwijkingen optreden.
De waarden van het waterverbruik
hebben betrekking op instelwaarde
2 van de waterhardheid.
Uitschakelen van het apparaat
Kraan helemaal opendraaien.
Hoofschakelaar
De indicaties van het laatst gekozen
programma gaan branden.
Dit programma begint als er geen
andere programmatoets
ingedrukt.
Deur sluiten.
Het programmaverloop start
automatisch.
Einde van het programma
Het programma is beëindigd als de
indicatie einde van het programma
de indicatie van het afgelopen programma
branden.
inschakelen.
1
wordt
8
en
4
Bovendien wordt het einde van het
programma akoestisch aangegeven
door een zoemtoon.
Deze functie kan als volgt veranderd
worden:
functietoets C ingedrukt houden en
de hoofdschakelaar
De functietoets C knippert.
Bij elke druk op functietoets C wordt
de geluidssterkte van de zoemtoon
veranderd (van uit tot luid).
Hoofdschakelaar
De instelling is in het geheugen
opgeslagen.
Uitschakelen van het apparaat
Enkele minuten na afloop van het
programma:
Na afloop van het programma de deur
openen.
Hoofdschakelaar
Kraan dichtdraaien
(niet van toepassing op apparaten met
Aqua-Stop).
Na afkoeling het serviesgoed uit het
apparaat halen.
Onderbreking van het
programma
Deur voorzichtig op een kier zetten.
De kans bestaat namelijk dat er water
naar buiten spuit. De deur pas
helemaal openen als de sproeiarm niet
meer ronddraait.
Als het programma zich al in de fase
„Drogen" bevindt, geeft een akoestisch
signaal aan de deur weer te sluiten of
het programma af te breken.
Hoofdschakelaar
Het lampje van de indicatie gaat uit.
Het programma blijft in het geheugen
opgeslagen.
nl
inschakelen.
1
uitschakelen.
1
uitschakelen.
1
uitschakelen.
1
15