MENU FUNCTIES
BELANGRIJK! Start de programmering met de functies INSTELLING TYPE MOTOR (A1),
OPENINGSRICHTING (F54), TOTALE STOP (F1) en BAAN AFSTELLEN (A3)
De programmering van de functies mag alleen worden uitgevoerd als de automatisering stilstaat.
⚠
Er kunnen maximaal 250 gebruikers worden opgeslagen
F1 Totale stop [1-2]
N.C.-ingang – Stoppen van het hek met deactivering van de eventuele automatische sluiting; gebruik de
bedieningsinrichting om de beweging te hernemen. De veiligheidsinrichting moet worden aangesloten aan
[1-2].
F2 Ingang [2-CX]
N.C.-ingang – Mogelijkheden voor koppeling: C1 = weer openen tijdens sluiten door fotocellen, C2 = weer
sluiten tijdens openen door fotocellen, C3 = halverwege stoppen, C4 = wachten bij obstakel, C7 = weer openen
tijdens sluiten door veiligheidslijsten, C8 = weer sluiten tijdens openen door veiligheidslijsten.
F3 Ingang [2-CY]
N.C.-ingang – Mogelijkheden voor koppeling: C1 = weer openen tijdens sluiten door fotocellen, C2 = weer
sluiten tijdens openen door fotocellen, C3 = halverwege stoppen, C4 = wachten bij obstakel, C7 = weer openen
tijdens sluiten door veiligheidslijsten, C8 = weer sluiten tijdens openen door veiligheidslijsten.
F5 Veiligheidstest
Na elke instructie voor openen of sluiten controleert de kaart of de fotocellen goed werken.
De veiligheidstest is altijd actief voor de draadloze apparatuur.
F6 Hold-to-run
Het hek opent en sluit als een knop ingedrukt wordt gehouden. Knop voor openen aan het contact 2-3P en knop
voor sluiten aan het contact 2-7. Alle andere bedieningen, ook de rf-bediening, zijn uitgeschakeld.
F7 Bediening [2-7]
Met de bedieningsinrichting aangesloten aan 2-7 wordt de stapsgewijze instructie (openen-sluiten-omkeren),
sequentiële instructie (openen-stoppen-sluiten-stoppen), openen of sluiten uitgevoerd.
F8 Bediening [2-3P]
Met de bediening aangesloten aan 2-3P wordt het hek gedeeltelijk (1) of totaal (2) geopend.
De duur van de gedeeltelijke opening wordt ingesteld met de functie F 71.
F9 Obstakeldetectie met
stilstaande motor
Als het hek gesloten of open is of na een totale stop, blijft de motor stilstaan als de veiligheidsinrichtingen
(fotocellen of veiligheidslijsten) een obstakel detecteren.
F10 Uitgang signalering hek
open
Geeft de status van het hek aan. De signaleringsinrichting is aangesloten aan het contact 10-5.
F11 Encoder
Beheer van de vertragingen, van de obstakeldetectie en de gevoeligheid.
OFF = Gedeactiveerd (default) / ON = Geactiveerd
OFF = Gedeactiveerd (default) / C1 / C2 / C3 / C4 / C7 / C8
OFF = Gedeactiveerd (default) / C1 / C2 / C3 / C4 / C7 / C8
0 = Gedeactiveerd (default) / 1 = CX / 2 = CY / 4 = CX+CY
OFF = Gedeactiveerd (default) / ON = Geactiveerd
0 = Stap-voor-stap (default) / 1 = Sequentieel / 2 = Openen / 3 = Sluiten
1 = Gedeeltelijke opening / 2 = Openen
OFF = Gedeactiveerd (default) / ON = Geactiveerd
0 = aan als hek open en in beweging is (default) /
1 = knippert elke halve seconde bij het openen,
knippert elke seconde bij het sluiten,
brandt continu als het hek open is,
is uit als het hek gesloten is.
OFF = Gedeactiveerd / ON = Geactiveerd (default)