6. Sluit de voorklep.
7. Sluit het stroomsnoer weer aan op de stroomaansluiting en zet de printer aan.
8. Indien u de optionele duplexeenheid heeft geïnstalleerd nadat u het stuurprogramma van de
printer heeft geïnstalleerd, dient u het stuurprogramma bij te werken door de instructies voor elk
besturingssysteem op te volgen. Als de printer op een netwerk is aangesloten, dient u het
stuurprogramma voor elke client bij te werken.
Uw stuurprogramma bijwerken om de optionele duplexeenheid te detecteren
De volgende procedure gebruikt Microsoft
voorbeeld.
Epson AcuLaser C2900 Series
®
®
Windows
en het PCL 6 stuurprogramma als een
Gebruikershandleiding
Basisbewerking
28