28
4. Wielen en banden
1
Verschillende luchtdrukken van de banden
Voor de bandenspanning geldt
- juiste bandenspanning
- te lage bandenspanning
- te hoge bandenspanning
Een te lage druk leidt tot oververhitting van de band.
Dit kan leiden tot zware beschadiging van de band. Een
te hoge bandenspanning leidt tot een hogere slijtage van
het loopvlak en kan leiden tot beschadigingen aan de
wielophanging.
De juiste bandenspanning kunt u vinden in de tabel in het
hoofdstuk "Technische gegevens" resp. de gebruiksaan-
wijzing van het basisvoertuig.
2
3
j
.
k
.
l
.
4.4 Profieldiepte en leeftijd banden
Vervang uw banden tijdig, d.w.z. voordat de profieldiepte minder
dan 1,6 mm bedraagt.
De wettelijk toegestane minimale profieldiepte biedt slechts
een beperkte rijveiligheid. De volgende aanbevelingen moeten
worden opgevolgd:
Veiligheidsgrens in de zomer: 3,0 mm
Veiligheidsgrens in de winter: 4,0 mm
Banden mogen niet kruislings worden verwisseld, d.w.z. van
de rechterzijde van de wagen naar de linker en omgekeerd.
Banden verouderen ook wanneer ze weinig of niet worden
gebruikt.
Aanbeveling van de bandenfabrikant
• Vervang de banden na 6 jaar, onafhankelijk van de profiel-
diepte.
• Voorkom sterke schokken door het rijden tegen trottoirban-
den, in gaten in het wegdek of tegen andere obstakels.