150
9. Gas
Voor afsluitkranen en ventielen geldt:
• Tijdens het rijden moeten alle kranen van gasapparaten
dicht zijn.
• Om de ventielen te openen moeten deze 90° worden ge-
draaid. Geopende gasafsluiters hebben dezelfde looprich-
ting als de gasleiding.
• Tijdens het tanken van brandstof, op veerboten en in de
garage mag geen enkel gasapparaat in bedrijf zijn.
Als er een vermoeden van een lekkage in de gasinstallatie
bestaat, moeten onmiddellijk de afsluitkranen in het voertuig
en de gasflesventielen in de gasfleskast worden afgesloten.
Door schokken kan in de loop der jaren geringe lekkage op-
treden. Wanneer u lekkage vermoedt, laat uw gasinstallaties
dan controleren door uw dealer of een gasinstallatiebedrijf.
Een dichtheidscontrole mag nooit worden uitgevoerd in de
buurt van open vuur.
Gasregelaar met crashsensor
Met de MonoControl CS respectievelijk DuoContrl CS is het
mogelijk het voertuig ook tijdens het rijden te verwarmen.
De geïntegreerde crashsensor onderbreekt bij een ongeval
automatisch de gastoevoer en voorkomt zodoende het uit-
stromen van gas.
(effect van de vertraging 3,5g ± 0,5 g; komt overeen met een
botssnelheid van 15-20 km/u tegen een vast obstakel)
Neem a.u.b. ook goede nota van de aparte gebruiksaan-
wijzing van de fabrikant.
Gebruik bij het vervangen van de gasfles de bijgevoegde
schroefhulp voor het vast- en losschroeven van de ho-
gedrukslangen. Deze voorkomt beschadigingen aan de
schroefdraad door verkeerd gereedschap.
*