Plaats de machine boven op de twee boorgaten. De gaten bevinden zich aan de voorkant van de machine.
Stel de machine waterpas met de stelvoeten van de machine. Schroef de stelvoeten zoveel mogelijk in, vóór het wa-
terpas stellen van de machine. Op die manier staat de machine steviger.
Steek de meegeleverde betonankers in de gaten die u in de vloer hebt geboord. Breng de ringen en moeren aan en
draai strak aan.
Het is van groot belang om de machine waterpas te plaatsen, zowel in de lengte als in de breedte. Als de machi-
ne niet goed waterpas staat, kan onbalans ontstaan zonder een werkelijke onbalans in de trommel.
5 Wateraansluiting
Alle waterinvoeraansluitingen van de machine moeten worden voorzien van handmatige afsluitkleppen en filters, om
installatie en service te vergemakkelijken.
Waterleidingen en -slangen moeten door worden gespoeld voor installatie.
De machine moet worden aangesloten met nieuwe waterslangen. Gebruikte waterslangen mogen niet gebruikt
worden.
De slangen moeten goedgekeurd zijn en voldoen aan IEC 61770.
Na installatie moeten de slangen licht doorhangen.
Er kunnen een of twee toevoerslangen op de machine worden aangesloten.
Machine met alleen invoer van koud water.
Machine met invoer van warm en koud water.
Als de machine is geconfigureerd voor koud en warm water, maar er
is geen warm water beschikbaar, moet op beide kleppen koud water
worden aangesloten.
Waterdruk:
Continue bedrijfsdruk: 50-800 kPa (0,5-80 kp/cm
Maximum: 1000 kPa (10 kp/cm
Aanbevolen: 200–600 kPa (2–6 kp/cm
Installatiehandleiding
2
)
2
)
2
)
13