Installatiehandleiding 1 Veiligheid • Reparaties mogen alleen door geautoriseerd personeel worden uitgevoerd. • Er mogen alleen goedgekeurde reserveonderdelen, accessoires en verbruiksartikelen worden gebruikt. • Gebruik alleen wasmiddel dat bedoeld is voor in water gewassen textiel. Gebruik nooit droogreinigingsmiddelen. • De machine moet worden aangesloten met nieuwe waterslangen. Gebruikte water- slangen mogen niet gebruikt worden.
Installatiehandleiding toezicht staan of instructies ontvangen over een veilig gebruik van de machine en de gevaren die daarmee gepaard zijn begrijpen. Kinderen mogen niet met de machine spelen. Het reinigen en het onderhoud mogen niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. •...
• vervanging van lampen, filters of verbruiksartikelen; • alle accessoires en software die niet zijn goedgekeurd of niet gespecificeerd worden door Electrolux Professional. Tot de garantie behoren geen geplande onderhoudsactiviteiten (met inbegrip van de daarvoor benodigde onderde- len) of de levering van reinigingsmiddelen, tenzij specifiek gedekt binnen een plaatselijke overeenkomst die onderhe- vig is aan plaatselijke algemene voorwaarden.
Installatiehandleiding 4 Instellingen 4.1 Verwijdering verpakking Verwijder het voorpaneel door de twee schroeven in de onderste rand los te draaien. Verwijder het achterpaneel door de schroeven los te draaien. Verwijder de drie transportsteunen, een aan de voorkant en twee aan de achterkant. Bewaar de transportsteunen als de machine in de toekomst nog eens verplaatst moet worden.
Installatiehandleiding 4.3 Plaatsing Installeer de machine nabij een afvoerput of een open afvoer. De machine moet zo worden geplaatst dat er voldoende ruimte is voor het uitvoeren van werkzaamheden door zowel de gebruiker als servicepersoneel. De afbeelding toont de minimale afstand t.o.v. een wand en/of andere machines. 500 mm / 70 mm / 70 mm /...
Installatiehandleiding Plaats de machine boven op de twee boorgaten. De gaten bevinden zich aan de voorkant van de machine. Stel de machine waterpas met de stelvoeten van de machine. Schroef de stelvoeten zoveel mogelijk in, vóór het wa- terpas stellen van de machine. Op die manier staat de machine steviger. Steek de meegeleverde betonankers in de gaten die u in de vloer hebt geboord.
Installatiehandleiding 6 Aansluiten van externe doseersystemen 6.1 Aansluiten van de slangen De machine is voorbereid op aansluiting van externe doseersystemen of systemen voor hergebruik van water, enz. Er zijn twee versies van de slangnippels. Volg de instructies voor de slangnippels die bij uw type machine zijn geleverd.
Installatiehandleiding 6.2.1 Machine met aansluitingen Sluit het externe doseersysteem aan op de aansluitingen A en B op de machine. Sluit de signaalkabel aan op B en de voeding op A. De kabels voor het Efficiënte doseersysteem worden bij de machine geleverd. Sluit de voedingskabel aan op de machine A en het andere uiteinde van de kabel samen met de kabel voor Efficiënt doseren in een aansluitkast of met stekker en stopcontact.
Installatiehandleiding 6.2.2 Machine zonder aansluitingen Sluit het externe doseersysteem aan op de I/O-kaart, die zich rechts van de inkomende voeding bevindt. De I/O-kaart heeft randaansluitingen voor het aansluiten van externe doseersystemen. Randaansluitingen op de I/O-kaart kunnen los worden gedraaid voor aansluitkabels. 11 13 15 17 19 10 12 14 16...
Installatiehandleiding 6.2.3 Uitgangen Sluit de voeding (bv. 24 V DC) voor de externe vloeistoftoevoer aan op 9 en 10. Als een interne voeding (vanuit de machine) wordt gebruikt, kan deze worden afgenomen van 1 (N), aangesloten op 9, en van 2 (L), aangesloten op 10. Max.
Installatiehandleiding 6.2.4 Ingangen Het signaalbereik kan 5-24 V DC/AC of 100- 240 V AC zijn. Bij 5-24 V wordt de signaalreferentie aangesloten op 3, en voor 100-240 V op 4. Potentialen op de ingangen mogen niet worden gemengd. Let op: De I/O kaart wordt beschadigd als de spanning op aansluiting 3 te hoog is >...
Installatiehandleiding 7 Afvoer aansluiting Afvoerklep De afvoerpijp moet zich boven een afvoerputje, een afvoerkanaal of op een dergelijke plek bevinden, met een af- stand van minimaal 25 mm tussen uitlaat en afvoer. fig.2036 Afvoerpomp De afvoerpijp moet zich boven een afvoerputje, een afvoerkanaal of op een dergelijke plek bevinden. Het hoogste gedeelte van de afvoerslang moet worden geplaatst zoals in de afbeelding.
Installatiehandleiding 8 Elektrische aansluitingen 8.1 Elektrische installatie De elektrische installatiewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Monteer in overeenstemming met de bedradingsvoorschriften vóór installatie van de machine een meerpolige scha- kelaar ten behoeve van installatie- en servicewerkzaamheden. Sluit de kabel van de machine aan op de schakelaar. Controleer of de aarde op de juiste wijze is aangesloten.
Installatiehandleiding 8.3 Machineaansluiting De volgende opties bestaan voor omschakeling/heraansluiting van de machine. Aansluitoptie 380–415V 3 NAC 4,4 kW 303A Elektrisch verwarmd 301 302 303B L2 L3 Aansluitoptie 208-240V 3 AC 4,4 kW Elektrisch verwarmd 303B 303A L2 L3 Aansluitoptie 208-240V 1 AC 4,4 kW Elektrisch verwarmd 303A 303B...
Pagina 22
Installatiehandleiding Aansluitoptie 380–415V/3 NAC 4,4 kW Elektrisch verwarmd 303B 303A Aansluitoptie 208-240V 3 AC 4,4 kW Elektrisch verwarmd 303B 303A Aansluitoptie 208-240V 1 AC 4,4 kW Elektrisch verwarmd 303B 303A Aansluitoptie 208-240V 1 AC 2,2 kW Elektrisch verwarmd 303A 303B Aansluitoptie 100-240V 1 AC Niet verwarmd Deze soort heraansluiting/omschakeling kan niet worden uitgevoerd bij machines uitgerust met een...
Installatiehandleiding 9 Bij de eerste maal opstarten Wanneer de installatie is voltooid en de stroom voor de eerste maal wordt aangesloten, moet u de volgende instellin- gen maken. Als één instelling is voltooid, wordt de volgende automatisch geopend. • Selecteer taal •...
Installatiehandleiding 10 Controle van de werking Mag alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Na voltooiing van de installatie en voordat de machine in bedrijf mag worden gesteld, moet de werking worden gecontroleerd. Open de handbediende waterkleppen. Start een programma. • Controleer of de trommel normaal draait en of er geen ongewone geluiden zijn. •...
Installatiehandleiding 11 Informatie m.b.t. afvoeren 11.1 Afvoeren van het apparaat aan het einde van de levensduur Voordat u begint aan de sloop van de machine, adviseren wij u de fysieke toestand van de machine zorgvuldig te controleren, met name of er geen delen van de structuur verzwakt of gebroken zijn. De onderdelen van de machine moeten gescheiden worden afgevoerd op grond van hun verschillende eigenschap- pen (bijv.
Pagina 28
Electrolux Professional AB 341 80 Ljungby, Sweden www.electroluxprofessional.com...