Diagnose
(vervolg)
Storing
Ketel produceert natte
stoom
Stoomslagen in de ketel
Stoomslagen in het con-
densaatvat
Waterniveau in de ketel te
hoog
Waterniveaubegrenzer
schakelt uit
Storingsoorzaak
Alkaliteit van het ketelwa-
ter te hoog
Waterniveau te hoog inge-
steld
Voeding van het voe-
dingswater niet uitge-
voerd bij de voedingswa-
teraansluiting
Terugslagklep in de voe-
dingswaterleiding ont-
breekt of is defect
Condensaatafscheider in
de installatie is defect
Stuwlussen slaan door
Stoomverdeler boven de
ketel wordt niet voldoende
ontwaterd
Afsluitklep in de voedings-
waterleiding gesloten
Geen voedingswater in
condensaatvat
Voedingswaterpomp
resp. waterniveauregelaar
defect
Sterke schommelingen
van het waterniveau door
te hoge alkaliteit
Storingen opheffen
Maatregel
Ketel regelmatig spuien,
evt. ontziltingsinstallatie
monteren, waterbehande-
ling volgens EN 12953 uit-
voeren. Nageschakelde
stoomleiding aftappen.
Ketel- en voedingswater
dagelijks controleren. Elek-
trodelengte controleren.
Voedingswaterleiding op
de juiste aansluiting aan-
sluiten
Terugslagklep monteren
resp. reinigen (op stroom-
richting letten)
Defecte afscheiders bepa-
len en repareren
Stoomdruk verlagen
Condensaatafscheider
monteren
Afsluitklep openen
Wateraansluiting op het net
controleren
Oorzaak van de schade
aan de waterniveaurege-
laar volgens de montage-
handleiding van de rege-
laar bepalen
Water uit ketel en conden-
saathouder aftappen. In-
dien ontziltingsklep aanwe-
zig, ontziltingspercentage
verhogen. Opnieuw met
behandeld water vullen.
Vaker spuien. Waterbe-
handelingsinstallatie con-
troleren.
25