Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toro ProLine 20 pk Bedieningshandleiding pagina 6

Inhoudsopgave

Advertenties

5.
Controleer de messen, bevestigingsbouten en het
maaimechanisme altijd op sporen van slijtage of
beschadiging voor het gebruik. Vervang
versleten of beschadigde messen en bouten altijd
als complete set om een goede balans te
behouden.
6.
Let op dat bij machines met meer maaimessen
andere messen kunnen gaan draaien doordat u
een mes draait.
Gebruiksaanwijzing
1.
Laat de motor niet in een afgesloten ruimte
lopen, omdat zich giftige koolmonoxydedampen
kunnen verzamelen.
2.
Alleen bij daglicht of goed kunstlicht maaien.
3.
Alvorens de motor te starten, de maaikoppeling
uitschakelen en de versnelling in neutraal zetten.
4.
Niet gebruiken op hellingen van meer dan:
Nooit zijwaarts maaien op hellingen van
meer dan 5
Nooit heuvelopwaarts maaien op hellingen
van meer dan 10
Nooit heuvelafwaarts maaien op hellingen
van meer dan 15
NB.:
De hellingsgraad wordt berekend zoals
beschreven in 5.4.2.3.2.
5.
Bedenk dat er niet zoiets bestaat als een
"veilige" helling. Rijden op met gras begroeid
hellingen vereist bijzondere aandacht. Om
omslaan te voorkomen:
nooit plotseling stoppen of wegrijden bij het
op- of afrijden van een helling;
de koppeling langzaam laten opkomen,
altijd in de versnelling rijden, met name bij
heuvelafwaarts rijden;
rijd langzaam op hellingen en bij het maken
van scherpe bochten;
let op bulten en kuilen en andere verborgen
gevaren;
maai nooit dwars over een helling, tenzij de
maaier daar speciaal voor bedoeld is.
6.
Wees voorzichtig bij het trekken van lasten of bij
gebruik van zware werktuigen.
Gebruik uitsluitend goedgekeurde
aankoppelpunten van de trekbalk.
Houd lasten beperkt tot een gewicht dat u
veilig onder controle hebt.
Nooit te scherpe bochten maken. Wees
voorzichtig bij achteruit rijden.
Gebruik contragewichten of wielgewichten
als dat in de handleiding wordt geadviseerd.
7.
Let op het verkeer bij het oversteken van wegen
of in de buurt daarvan.
8.
Zet de maaimessen stil voordat u andere
oppervlakken dan gras oversteekt.
9.
Bij gebruik van werktuigen nooit de afvoer naar
omstanders richten of iemand in de buurt van de
machine laten komen als die in bedrijf is.
10. De maaier nooit bedienen als beschermplaten,
kappen of andere veiligheidsvoorzieningen niet
op hun plaats gemonteerd zijn.
11. De instellingen van de motor nooit veranderen of
de motor met te hoge toeren laten draaien. Een te
hoog toerental van de motor kan het gevaar van
persoonlijk letsel vergroten.
12. Voordat u de bestuurdersplaats verlaat:
aftakas uitschakelen en werktuigen laten
zakken;
versnelling in neutraal schakelen en
parkeerrem in werking stellen;
motor stoppen en sleutel uit het contactslot
verwijderen.
13. Aandrijving van werktuigen uitschakelen, motor
stoppen en bougiekabel(s) losmaken of
contactsleutel verwijderen
voordat u verstoppingen verwijdert of de
afvoertunnel ontstopt;
Veiligheid
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

30611

Inhoudsopgave