Smeren
Onderhoudsinterval/Specificatie
Alle lagers en bussen na elke 25 bedrijfsuren smeren.
Het smeren moet vaker (dagelijks) plaatsvinden bij
gebruik in zeer stoffige of zanderige omstandigheden.
Type vet: universeel smeervet, lithiumverzeept.
Methode van smeren
1.
Aftakas uitschakelen, parkeerrem in werking
stellen en de contactsleutel in de stand "UIT"
draaien om de motor te stoppen. Verwijder de
sleutel uit het contactslot.
2.
Smeernippels schoonmaken met een doek.
Indien nodig verf van de voorkant van de
nippel(s) afkrabben.
3.
Een vetspuit op de smeernippel zetten en vet in
de smeernippel pompen totdat wat vet bij de
lagers naar buiten komt.
4.
Overtollig vet wegvegen.
Waar moet gesmeerd worden
1.
Smeer de wiellagers (fig. 21).
Figuur 21
2.
Smeer de wielassen, stuuras en fusees (fig. 22).
Figuur 22
3.
Smeer de aslagers (fig. 23).
Smeer éénmaal per jaar de voorwielnaaf, om
roestvorming te voorkomen en verwijderen van het
wiel te vereenvoudigen.
Figuur 23
Onderhoud
29