Gerelateerde Handleidingen voor Toro Sitework Dingo 220-D
Samenvatting van Inhoud voor Toro Sitework Dingo 220-D
- Pagina 1 FORMULIER NR. 3322-633 Dingo 220-D Tractor Model nr. 22302TE—990001 en hoger Gebruikershandleiding Dutch (NL)
-
Pagina 2: Inleiding
Lees deze handleiding aandachtig door, zodat u leert hoe u de machine op de juiste wijze bedient en Wij bij Toro wensen dat u geheel tevreden bent met onderhoudt. Door het lezen van de handleiding kunt u dit nieuwe produkt. Aarzel daarom niet contact op te... -
Pagina 3: Inhoudsopgave
Inhoud Blz. Blz. Veiligheid ......Gebruiksaanwijzing ..... . Veilige bediening . -
Pagina 4: Veiligheid
Veiligheid Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker Bij het werken met tractor of werktuigen geen of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico sandalen, tennisschoenen, gymschoenen of korte van ongevallen te vermijden, dient u zich te broek dragen. Draag altijd een lange broek en houden aan de volgende veiligheidsinstructies. -
Pagina 5: Werken Op Hellingen
Werken op hellingen verbeteren. Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde Bij werken op hellingen bestaat een groot risico van werktuigen. Werktuigen kunnen de stabiliteit en verlies van controle en kantelen, hetgeen in (mogelijk bedrijfseigenschappen van de tractor fataal) letsel kan resulteren. - Pagina 6 V eiligheid Gebruik de tractor niet op nat gras. Door Als de hefarmen voor onderhoud of reparatie in verminderde tractie kan de tractor wegglijden. de geheven stand moeten staan, moet u de hefarmen in geheven stand vastzetten met de Als u de tractor op een heuvel of helling vergrendelingen voor de hydraulische cilinders, parkeert, altijd het werktuig op de grond laten die bij de tractor meegeleverd zijn.
-
Pagina 7: Geluidsdruk
Veiligheid Accuzuur is giftig en kan brandwonden Geluidsdruk veroorzaken. Vermijd contact met huid, ogen en kleding. Bescherm uw gezicht, ogen en kleding Deze machine produceert een geluidsdruk bij het oor wanneer u met een accu werkt. van de bestuurder van 92 dB(A) (d.w.z. LpA), op basis van metingen uitgevoerd op identieke machines Accugassen kunnen exploderen. -
Pagina 8: Hellingsdiagram
V eiligheid Hellingsdiagram... -
Pagina 9: Veiligheids- En Instructieplaatjes
Veiligheid Veiligheids- en instructieplaatjes Veiligheids- en instructieplaatjes zijn duidelijk zichtbaar voor de bestuurder aangebracht op plaatsen waar mogelijk gevaar bestaat. Een beschadigd of verloren plaatje vervangen. # 93–7275 # 100–1701 # 100–1705 # 100–1704 # 100–1702 # 93–6686 Figuur 1 1. - Pagina 10 V eiligheid # 100–1703 # 93–9367 # 98–8235 # 98–8219 # 93–6680 # 93–7272 # 93–9084 # 99–3089 # 99–3095 # 99–3095 # 99–3088 Figuur 2 1. Snel 6. Snijden of verstrikt raken in 9. Parkeerrem 14. Geen personen vervoeren ventilator 2.
-
Pagina 11: Montage
Montage Los geleverde onderdelen NB.: Controleer aan de hand van het onderstaande schema of u alle onderdelen hebt ontvangen. BESCHRIJVING AANTAL GEBRUIK Pompbedieningshendel Pompbedieningshendel installeren Contramoer Sleutel Motor starten Montage van pompbedieningshendel Steek de hendel in het pompselectieventiel (fig. 3). NB.: De hendel moet met de knik naar de bestuurder toe worden gemonteerd. -
Pagina 12: Technische Gegevens
Gewicht/massa 762 kg (1680 lbs) uitvoeren, zoals materialen verplaatsen, gaten graven, egaliseren en nog veel meer. Vraag uw Toro dealer Nominale hefcapaciteit 234 kg (515 lbs) om een lijst van alle goedgekeurde SiteWorks (met bestuurder van 90 kg (200 lb), contragewicht en Systems werktuigen en accessoires. -
Pagina 13: Stabiliteitswaarden
Controles en werkzaamheden vóór het gebruik Stabiliteitswaarden In de volgende tabel zijn de maximum hellingswaarden, aanbevolen voor de tractor in de opgegeven posities, vermeld. Op hellingen steiler dan het opgegeven maximum kan de tractor onstabiel worden. De gegevens in de tabel gelden bij volledig gedaalde hefarmen en wanneer de in de fabriek gemonteerde banden op de tractor aanwezig zijn en de voorgeschreven spanning hebben;... -
Pagina 14: Controles En Werkzaamheden Vóór Het Gebruik
Controles en werkzaamheden vóór het gebruik Vóór het gebruik brandstof- en oliepeil controleren, Belangrijk: Gebruik geen kerosine of benzine in vuil van de tractor verwijderen, eventueel water uit plaats van diesel, omdat dit het brandstoffilter aftappen en de bandenspanning motorschade veroorzaakt. controleren. -
Pagina 15: Water Uit Brandstoffilter Aftappen
Controles en werkzaamheden vóór het gebruik MOGELIJK GEVAAR Brandstof is onder bepaalde omstandigheden uitermate brandbaar en explosief. WAT ER KAN GEBEUREN Brand of explosie van brandstof kan Figuur 4 brandwonden of schade aan eigendommen veroorzaken. 1. Brandstoffilter 3. Brandstofkraan 2. Ontluchtingsschroeven 4. -
Pagina 16: Koelsysteem Controleren
Controles en werkzaamheden vóór het gebruik Belangrijk: Het carter niet overvullen met olie, omdat de motor daardoor beschadigd kan worden. MOGELIJK GEVAAR Peilstok en vuldop terugplaatsen. Koelvloeistof is heet en staat onder druk. WAT ER KAN GEBEUREN Ontsnappende koelvloeistof onder druk kan ernstige brandwonden veroorzaken. -
Pagina 17: Vuil Van De Tractor Verwijderen
Controleer het luchtfilter voorfilter op vuil. Vuil omgevingstemperaturen die constant liggen onder indien nodig vóór en/of tijdens het gebruik 38 C (100 F), zoals Toro Hy–Pro, Mobil Fluid 424, verwijderen. of een andere gelijkwaardige vloeistof: Vóór elk gebruik vuil van de motor verwijderen Belangrijk: Gebruik uitsluitend groep 1 ISO met behulp van een borstel of perslucht. -
Pagina 18: Bandenspanning
Controles en werkzaamheden vóór het gebruik Bandenspanning Houd de banden op de voorgeschreven spanning. De bandenspanning kan het best bij koude banden worden gecontroleerd. Bandenspanning: 138–207 kPa (20–30 psi) NB.: Gebruik een lage spanning (138 kPa, 20 psi) voor werken op zanderige ondergrond, om de tractie te verbeteren. -
Pagina 19: Gebruiksaanwijzing
Gebruiksaanwijzing Bedieningsorganen vriespunt ligt), daarna in de stand starten om de startmotor te activeren. Laat de sleutel los zodra de motor aanslaat. De sleutel keert automatisch terug Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen naar de stand aan. Om de motor te stoppen de sleutel (fig. - Pagina 20 Gebruiksaanwijzing Hefarmhendel Om de hefarmen te laten zakken, de hefarmhendel langzaam naar voren drukken. MOGELIJK GEVAAR Als de pompbedieningshendel wordt Om de hefarmen te heffen, de hefarmhendel langzaam bewogen terwijl de tractor in beweging is, naar achteren trekken. zal de tractor ofwel plotseling stoppen of snel accelereren.
-
Pagina 21: Parkeerrem In Werking Stellen
Gebruiksaanwijzing Parkeerrem in werking stellen Parkeerremhendel omhoog trekken en een kwart slag linksom draaien (fig. 12). Hendel loslaten, zodat de pen aan de stang in de sleuf valt (fig. 12). Figuur 11 1. Oliestroomverdeler 4. stand 10 - 11 uur 2. -
Pagina 22: Vooruit En Achteruit Rijden
Gebruiksaanwijzing 30 seconden tussen de startpogingen NB.: Hoe verder u de rijhendels in een aan. Als u dat niet doet, kan de bepaalde richting drukt, hoe sneller de startmotor oververhit raken. tractor in die richting rijdt. Als de motor loopt, zet u het handgas in de gewenste stand. -
Pagina 23: Gebruik Van De Cilindervergrendelingen
Gebruiksaanwijzing Til de achterwielen van de grond en sleep of duw Zet beide cilindervergrendelingen vast met een de tractor. pen en R-pen (fig. 13). Tractor ophijsen Zet de motor af. Bevestig hijskettingen aan de twee gaten in het frame net boven het bevestigingspunt van de hefarmen en hijs de tractor vrij van de grond om m–4398 hem te verplaatsen. -
Pagina 24: Werktuigen
Werktuigen bevestigingsplaat moet helemaal achterover worden geneigd. Werktuig aankoppelen Zet de motor af. Belangrijk: Gebruik uitsluitend door Toro Zet de snelkoppelpennen vast (fig. 16). goedgekeurde werktuigen. Werktuigen kunnen de stabiliteit en bedrijfseigenschappen van de tractor beïnvloeden. De garantie... -
Pagina 25: Tractor Voorbereiden Voor Transport
Gebruiksaanwijzing Verwijder de beschermkappen van de Als het werktuig met hydrauliek werkt, schuift u hydrauliekaansluitingen aan de tractor. Zet de de ring van de snelkoppelingen naar achteren en kappen aan elkaar om vuil worden tijdens het maakt u de koppelingen los. werk te voorkomen. - Pagina 26 Gebruiksaanwijzing Raadpleeg de handleiding van de motor voor meer tips voor gebruik bij koud weer.
-
Pagina 27: Onderhoud
Onderhoud Onderhoudsschema Elke Elke Elke Elke Elke Elke Werkzaamheden gebruik 8 uur 25 uur 50 uur 100 uur 200 uur 400 uur jaar Hydrauliekoliepeil controleren Eerste Hydrauliekolie verversen Hydrauliekfilter vervangen Eerste Motoroliepeil controleren Motorolie verversen Eerste Motoroliefilter vervangen (elke 200 bedrijfsuren of bij elke tweede Eerste olieverversing) Tractie-aandrijfketting –... -
Pagina 28: Luchtfilter
Vervang het element na elke 400 bedrijfsuren of elk waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. jaar. Reinig het element door het te wassen in een oplossing van filterreiniger (verkrijgbaar bij uw Toro Luchtfilterelement verwijderen dealer) en water, of blaas het filter schoon met perslucht. -
Pagina 29: Filterelement Controleren
Onderhoud Wassen: Luchtfilterelement monteren Maak een oplossing van filterreiniger en water Veeg de binnenkant van het luchtfilterhuis en laat het filterelement ca. 15 minuten inweken. schoon met een vochtige doek om stof te Raadpleeg de instructies op de verpakking van verwijderen. -
Pagina 30: Motoroliefilter Vervangen
Onderhoud Hefarmen laten zakken en motor stoppen. Contactsleutel verwijderen. MOGELIJK GEVAAR Delen kunnen heet zijn als de tractor in bedrijf is geweest. Figuur 18 WAT ER KAN GEBEUREN 1. Olievuldop Aanraken van hete delen kan brandwonden veroorzaken. Olievuldop terugplaatsen. GEVAARLIJKE SITUATIES Motor starten en 5 minuten stationair laten VOORKOMEN draaien. -
Pagina 31: Koelvloeistof Van De Motor Verversen
Onderhoud Koelvloeistof van de motor verversen Ververs de koelvloeistof na elke 400 uur of elke 2 jaar. MOGELIJK GEVAAR Figuur 19 Koelvloeistof kan heet zijn en onder druk staan. 1. Radiateurdop WAT ER KAN GEBEUREN Ontsnappende hete, onder druk staande Beide aftapkranen onder aan de radiateur openen koelvloeistof kan ernstige brandwonden en koelvloeistof in een opvangbak laten lopen. -
Pagina 32: Smeren
Onderhoud Smeren Olie op nog ongesmeerde delen van de ketting aanbrengen. Alle lagers, bussen en draaipunten elke 8 bedrijfsuren smeren. Vaker smeren bij gebruik onder zeer stoffige Brandstoffilter of zanderige omstandigheden en direct na elke wasbeurt. Vervang het brandstoffilter na elke 400 bedrijfsuren Type vet: universeel smeervet. -
Pagina 33: Brandstofsysteem Ontluchten
Onderhoud Brandstofsysteem ontluchten Ontluchten van het brandstofsysteem is in de MOGELIJK GEVAAR volgende gevallen noodzakelijk: Brandstof is onder bepaalde omstandigheden uitermate brandbaar en Eerste keer starten van een nieuwe tractor of een explosief. tractor die gestald is geweest. WAT ER KAN GEBEUREN De motor is afgeslagen doordat alle brandstof Brand of explosie van brandstof kan verbruikt is. -
Pagina 34: Brandstoftank Aftappen
Opvangbak onder het filter plaatsen en het oude dient u contact op te nemen met uw filter verwijderen. Toro dealer om het systeem schoon te spoelen. Vervuilde vloeistof ziet er Aanlegvlak van filteraansluiting schoonvegen melkachtig of zwart uit in vergelijking (fig. -
Pagina 35: Tractie-Aandrijfkettingen
Onderhoud Plaats een opvangbak met een inhoud van ca. 56 liter (15 ga.) onder de hydrauliektank. Verwijder de aftapplug achter uit de bodem van MOGELIJK GEVAAR de tank en laat de hydrauliekolie in de Hydrauliekolie onder hoge druk kan in de opvangbak lopen. -
Pagina 36: Spanning Instellen
Onderhoud Meet de afstand tussen de onderkant van de Draai de contramoeren op de kettingspanbout los kettingbeschermer en de onderste kettinglengte en draai de bout los (fig. 23). (fig. 22). Als de speling in de ketting niet binnen 3,8 – 6,3 cm (1.5 – 2.5”) ligt, moet u de spanning instellen (zie Spanning instellen). -
Pagina 37: V-Snaar Afstellen
Onderhoud 10. Herhaal stap 3 t/m 9 voor de andere Belangrijk: Het zuurpeil mag niet tot onder de aandrijfketting. platen zakken (fig. 25). 11. Start de motor en hef de laadschop totdat de voorwielen weer op de grond rusten. V-snaar afstellen 1262 Controleer de spanning van de V-snaar elke 100 uur. -
Pagina 38: Reiniging En Stalling
Onderhoud Controleer het zuurpeil, zie Zuurpeil controleren. Hydrauliekolie verversen; zie Hydraulisch systeem, pagina 32. Verwijder de celdoppen van de accu en sluit een batterijlader van 3 - 4 A aan op de accupolen. Controleer de bandenspanning; zie Laad de accu gedurende 4 uur op met 4 A of Bandenspanning, pagina 14. -
Pagina 39: Problemen, Oorzaak En Remedie
Problemen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Startmotor draait niet. Elektrische aansluitingen Controleer elektrische gecorrodeerd of los. aansluitingen op goed contact. Zekering doorgebrand of los. Zekering corrigeren of vervangen. Relais of schakelaar defect. Neem contact op met erkende Service Dealer. De accu is ontladen. - Pagina 40 Problemen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Motor draait, maar start niet Motor draait langzaam bij Controleer accu, viscositeit (vervolg). starten. van motorolie en startmotor (neem contact op met erkende Service Dealer). Luchtfilterelement is vuil. Reinigen of vervangen. 10. Te lage compressie. 10.
- Pagina 41 Problemen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Motor start, maar schokt of hapert. Vuil, water, oude of verkeerde Brandstofsysteem aftappen brandstof in het systeem. en schoonspoelen; vullen met verse brandstof. Motor raakt oververhit. Zie MOTOR RAAKT OVERVERHIT. Lucht in de brandstof. Ontluchtingsschroeven openen en controleren op luchtlekken bij aansluitingen...
- Pagina 42 Problemen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Motor raakt oververhit. Koelvloeistofpeil is te laag. Koelvloeistof controleren en bijvullen. Luchtstroom naar radiateur Radiateurrooster voor elk belemmerd. gebruik controleren en schoonmaken. Motoroliepeil niet correct. Tot aan “full” merkteken vullen/aftappen. Motor overbelast. Belasting verminderen;...
- Pagina 43 Problemen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Motor werkt niet op maximaal Motoroliepeil niet correct. Tot aan “full” merkteken vermogen. vullen/aftappen. Luchtfilterelement is vuil. Reinigen of vervangen. Vuil, water, oude of verkeerde Brandstofsysteem aftappen brandstof in het systeem. en schoonspoelen; vullen met verse brandstof.
- Pagina 44 Problemen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Overmatige witte rook uit uitlaat. Voorgloeispiralen zijn niet Draai contactsleutel in positie geactiveerd alvorens voorgloeien gedurende contactsleutel in positie 5-7 seconden alvorens motor starten te draaien. te starten. Motortemperatuur is te laag. Controleer de thermostaat.