(Toerentalonafhankelijk gebruik
(constant vermogen)
De elektromagnetische wervelstroomrem regelt het remmoment
bij wisselende pedaalomwentelingen naar het ingestelde ver-
mogen.
Pijlen omhoog/omlaag
(toerentalonafhankelijk gebruik)
Kan een vermogen met het toerental niet bereikt worden (bijv.
600 Watt bij 50 pedaalomwentelingen) geeft de omhoog /
omlaag pijl aan om sneller of langzamer te trappen.
Toerentalafhankelijk gebruik
(constant remmoment)
De elektromagnetische wervelstroomrem stelt een constant
remmoment in. Alleen trappen wijzigt het vermogen.
Berekening gemiddelde waardes
De berekening van de gemiddelde waardes gebeurt per trai-
ningseenheid.
Aanwijzingen voor polsslagmeting
De polsslagberekening begint als het hart in het veld synchro-
on met uw hartslag knippert.
Met oorclip
De polsslagsensor werkt met infraroodlicht en meet de verande-
ringen van de lichtdoorlatendheid van uw huid, die door uw
polsslag opgewekt wordt. Wrijf eerst 10 keer stevig over uw
oorlelletje voordat u de oorclip aan uw oorlelletje bevestigt.
Vermijd stoorimpulsen.
• Bevestig de oorclip zorgvuldig aan uw oorlelletje en zoek het
beste punt voor de meting (het hartsymbool knippert zonder
onderbreking).
• Train niet direct onder sterke lichtbronnen zoals neonlicht,
halogeenlicht, spotjes, zonlicht.
• Sluit schudden en wakkelen van de oorsensor met kabel vol-
ledig uit. Bevestig de kabel met de klemmetjes aan uw kleding
of beter nog, aan een hoofdband.
Met borstgordel
Let op de bijbehorende handleiding.
Computerstoringen
Schakel de hoofdschakelaar uit en weer aan. Bij datum- en
tijdstoringen de batterijen aan de achterzijde van de compu-
ter verwisselen (zie montagehandleiding).
Aanwijzingen m.b.t. PC-interface
Met het bij uw vakhandelaar verkrijgbare programma "Ergo
Konzept II", art.nr.
7926-500, kunt u dit KETTLER apparaat via een interface met
uw PC aansturen.
Op onze website www.kettler.de vindt u aanwijzingen voor
verdere mogelijkheden met de interface en over software-
updates (firmware).
Trainingshandleiding
Sportartsen en de sportwetenschap gebruiken de fietsergome-
trie o.a. voor het controleren van de functionaliteit van het
hart, de bloedsomloop en het ademhalingssysteem.
Of uw training na enkele weken het gewenste effect heeft kunt
u op de volgende manier vaststellen:
1.U hoeft u bij een bepaalde duurprestatie minder in te span-
nen dan voorheen.
2.U houdt een bepaalde duurprestatie met gelijke inspanning
langer vol.
3.U herstelt zich na een bepaalde duurprestatie sneller dan
voorheen.
Maximale polsslag:
met een maximale belasting wordt het
bereiken van een individuele maximale polsslag bedoelt. De
maximaal haalbare hartfrequentie is van de leeftijd afhankelijk.
Hier geldt de vuistregel: de maximale hartfrequentie per minu-
ut is 220 polsslagen min de leeftijd.
Voorbeeld: leeftijd 50 jaar > 220 - 50 = 170 slagen/min
Gewicht: een ander criterium voor het vaststellen van de opti-
male trainingsgegevens is het gewicht. De indicatie bij bela-
sting is voor mannen 3 en voor vrouwen 2,5 Watt/kg lich-
aamsgewicht. Daarbij moet gelet worden, dat vanaf een leef-
tijd van 30 jaar het prestatievermogen afneemt: bij mannen
ca. 1% en bij vrouwen 0,8% per levensjaar.
Voorbeeld: man, 50 jaar, gewicht 75 kg
> 220 - 50 = 170 slagen/min. maximale polsslag
> 3 Watt x 75 kg = 225 Watt
> min "leeftijdskorting" (20% van 225 = 45 Watt)
> 225 - 45 = 180 Watt (indicatie bij duurbelasting)
Belastingintensiteit
Belastingspolsslag: de optimale belastingintensiteit wordt bij
65-75% (zie diagram) van het individuele hart- / bloedsom-
loopvermogen bereikt. Afhankelijk van de leeftijd verandert
deze waarde.
Polsdiagramm
Polsslag
Conditie en Vetverbanding
220
Maximale polsslag
200
(220 – Leeftijd)
180
160
Conditie polsslag
(75 % van Max. pols)
140
120
100
Vetverbrandings-polsslag
80
(65 % van Max. pols)
20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80
Belastingomvang
Duur van een trainingseenheid en de frequentie per
week:
De optimale belastingomvang is gegeven als over een lange-
re tijd 65-75% van het individuele hart- / bloedsomloopver-
mogen bereikt wordt.
Vuistregel:
Of
10 min. / trainingseenheid bij dagelijkse training
Of ca.
30 min. / trainingseenheid bij 2-3 x per week.
Of ca.
60 min. / trainingseenheid bij 1-2 x per week.
Het wattvermogen dient u zo te kiezen dat u de spierinspan-
ning over een langere tijd kunt volhouden.
SE1/SE2
90
Leeftijd
19
NL