CV-installatie inschakelen
C
14°C
Kesseltemperatur
A
B
Afb. 12
Storingsindicatie (rood)
A
Werkingsindicator (groen)
B
Informeer bij uw installateur over het volgende:
■
Hoogte van de vereiste installatiedruk
Situatie van de volgende onderdelen:
■
Manometer
–
–
Afsluitklep
–
Gasafsluitkraan
–
Be- en ontluchtingsopeningen
1. Controleer de druk van de verwarmingsinstallatie
op de manometer. Als de wijzer onder de rode
markering staat, is de druk van de verwarmingsin-
stallatie te laag. Vul water bij of breng uw breng uw
verwarmingsfirma op de hoogte.
2. Bijopenwerking:
Controleer of de be- en ontluchtingsopeningen van
de stookruimte open staan en niet geblokkeerd
zijn.
Opmerking
De verbrandingslucht wordt bij open werking uit de
installatieruimte gehaald.
Verwarmingsinstallatie uitschakelen
Met vorstbeschermingsbewaking
Kies voor elke CV-installatie het werkingspro-
gramma "Uitschakelwerking".
HK1
21°C
48°C
D
Ontgrendelingsknop
C
Netschakelaar
D
3. Open de gasafsluitkraan.
4. Schakel de netspanning in, bijvoorbeeld met de
aparte zekering of een hoofdschakelaar.
5. Schakel de netschakelaar in.
Na korte tijd verschijnt op het display het basis-
menu (zie pagina 11). De groene werkingsindicator
brandt. Uw verwarmingsinstallatie en, indien aan-
wezig, de afstandsbedieningen zijn klaar voor
gebruik.
■
Geen kamerverwarming
■
Geen warmwaterbereiding
■
Vorstbescherming van de verwarmingsketel en de
warmwaterboiler is actief.
In- en uitschakelen
17