DKSL 6–8 MSB
16/06/2015 - 300028473-001-02
OPGELET
Vul tijdens de inbedrijfstelling eerst het warmwatertoestel
en daarna de zonnekring, om een goede warmteafvoer te
garanderen.
OPGELET
Om te voorkomen dat er vuil in het expansievat komt, is
het aan te raden het expansievat af te scheiden van de
rest van de zonne-installatie tijdens de fasen van
doorspoelen en vullen.
4.5.1.
Procedure voor het doorspoelen
OPGELET
Gebruik een pomp met een hoog debiet (meer dan 2 m3/
u) voor 6 bar en gebruik geen handpomp.
OPGELET
de zonne-installatie is zo ontworpen dat het onmogelijk is
om de collectoren volledig leeg te maken.
Antivriesmiddel is geïntegreerd in het mengsel. De zonne-
installatie dient dan ook absoluut gevuld en gespoeld te
worden met warmteoverdrachtvloeistof.
OPGELET
U mag geen reiniging doorvoeren wanneer de installatie
rechtstreeks is blootgesteld aan zonnestraling (vorming
van stoom) of wanneer er risico bestaat op temperaturen
onder het vriespunt (risico op aantastingen).
4.5.2.
Doorspoelen
Het zonnecircuit wordt doorgespoeld in de normale
stroomrichting, aangegeven door de pijl op de
circulatiepomp.
Bij inwerkingstelling dient de installatie grondig doorgespoeld te
worden om gruis en grint, afzettingen en residu's van vloeimiddelen
te verwijderen.
Duur van het doorspoelen: 10 minuten
4. Installatie
24