2
Veiligheid
2.5
Veiligheidsroutines
2.4.21
Hoe te handelen in gevaarlijke situaties en bij ongevallen
Verboden of verkeerde maatregelen in gevaarlijke situaties kunnen de redding van personen
die gevaar lopen hinderen of verhinderen. Door de lastigere reddingsomstandigheden nemen
de kansen op hulp en genezing van gewonden af.
Principieel: de machine uitschakelen.
Overzicht over de gevaarlijke situatie krijgen en de oorzaak van het gevaar herkennen.
De plaats van het ongeval afsluiten.
Personen uit de gevarenzone redden.
Uit de gevarenzone weggaan en deze niet meer betreden.
Reddingsdiensten alarmeren en, indien mogelijk, hulp halen.
Levensreddende directe maatregelen nemen.
2.5
Veiligheidsroutines
2.5.1
Machine stopzetten en beveiligen
Gevaar voor letsel door beweging van de machine of machinedelen
Wanneer de machine niet is stopgezet, kunnen de machine of machinedelen onbedoeld
bewegen. Daardoor kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood.
Voor het verlaten van de werkplek van de operator: Machine stopzetten en beveiligen.
Om de machine te stoppen en te beveiligen:
Machine op een horizontale en vlakke ondergrond met voldoende draagvermogen
neerzetten.
De aandrijvingen uitschakelen en afwachten tot nalopende delen tot stilstand zijn gekomen.
De machine volledig op de bodem neerlaten.
De trekkermotor uitschakelen, contactsleutel eruit trekken en meenemen.
De trekker beveiligen tegen wegrollen.
De machine met wielwiggen vastzetten om wegrollen te voorkomen.
24
WAARSCHUWING
Originele handleiding 150001459_00_nl
Swadro S 420