2
Kadreer de foto.
•
Kadreer een foto in de zoeker.
•
Plaats het hoofdonderwerp binnen
de AF-veldhaakjes.
3
Druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen.
•
De scherpstelaanduiding ( I )
verschijnt in de zoeker wanneer de
scherpstelling voltooid is.
Zoekerweergave
(stabiel)
(stabiel)
(stabiel)
(knippert)
•
U kunt ook scherpstellen door op de AF-ON-knop te
drukken.
Beschrijving
Het onderwerp is scherp gesteld.
Het scherpstelpunt bevindt zich voor het
onderwerp.
Het scherpstelpunt bevindt zich achter het
onderwerp.
De camera kan niet scherpstellen met behulp
van autofocus.
51
Foto's maken