1
IX-NIKKOR-objectieven kunnen niet worden gebruikt.
2
M (handmatige scherpstelling) is beschikbaar met alle objectieven.
3
Vibratiereductie (VR) wordt ondersteund met VR-objectieven.
4
[Spotmeting] meet het geselecteerde scherpstelpunt.
5
Waas, lijnen en andere beeldartefacten ("ruis") kunnen voorkomen
in foto's die zijn gemaakt met de elektronische eerste-gordijnsluiter.
Dit kan worden voorkomen door [Uitschakelen] te selecteren voor
Persoonlijke instelling d6 [Elektr. eerste-gordijnsluiter].
6
Kan niet worden gebruikt met shiften of tilten.
7
De belichtingsmeting en flitserregeling van de camera werken niet
zoals verwacht wanneer het objectief wordt verschoven en/of
gekanteld, of wanneer een ander diafragma wordt gebruikt dan het
maximale diafragma.
8
Alleen stand M (handmatig).
9
Voor informatie over de scherpstelpunten die beschikbaar zijn voor
autofocus en elektronische afstandsmeter, zie "AF-S/AF-I-
teleconverters en beschikbare scherpstelpunten" ( 0 180).
10
Wanneer een AF 80–200mm f/2.8, AF 35–70mm f/2.8, AF 28–85mm
f/3.5–4.5 <Nieuw> of AF 28–85mm f/3.5–4.5 objectief wordt
scherpgesteld op de minimale afstand op maximale zoom, kan de
scherpstelaanduiding worden weergegeven wanneer het beeld op
het matglas in de zoeker niet scherp is. Pas de scherpstelling
handmatig aan totdat het beeld in de zoeker scherp is gesteld.
•
Er kan "ruis" in de vorm van lijnen verschijnen tijdens autofocus bij
hoge ISO-gevoeligheid. Gebruik handmatige scherpstelling of
scherpstelvergrendeling. Lijnen kunnen ook verschijnen bij hoge ISO-
gevoeligheid wanneer het diafragma wordt aangepast tijdens
filmopname of livebeeldfotografie.
176
Compatibele F-vatting objectieven