5
Verwijder stof en pluis van het
laagdoorlaatfilter met een
blaasbalgje.
•
Gebruik geen blaasbalgborsteltje.
De borstelharen kunnen het filter
beschadigen.
•
Vuil dat niet met een blaasbalgje kan worden verwijderd,
kan alleen worden verwijderd door Nikon geautoriseerd
servicepersoneel. Het filter onder geen beding aanraken of
afvegen.
6
Schakel de camera uit en verwissel het objectief.
De spiegel gaat weer omlaag en het sluitergordijn gaat
dicht.
218
Onderhouden van de camera