1. Plaats de gelijkstroomingang in het onderste deel van de computer, waarbij u de geleidingen op de zijkanten van de connector met dit deel uitlijnt.
2. Sluit de gelijkstroomingang weer aan op de connector aan de onderkant van de systeemkaart.
3. Plaats het moederbord terug (zie
4. Plaats de knoopbatterij terug in de systeemkaart en sluit deze weer aan (zie
5. Sluit de kabel van de luidspreker weer aan.
6. Sluit de kabel van smartcard weer aan.
7. Plaats de optische schijf terug (zie
8. Plaats de systeemventilator terug (zie
9. Plaats de polssteun terug (zie
10. Plaats het toetsenbord terug (zie
11. Plaats het beeldscherm terug (zie
12. Plaats de optische schijf terug (zie
13. Volg de instructies in
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
Terug naar inhoudsopgave
Het moederbord opnieuw
installeren).
Het optische station
vervangen).
De systeemventilator
terugplaatsen).
De polssteun opnieuw
installeren).
Het toetsenbord opnieuw
installeren).
Het beeldscherm
terugplaatsen).
De vaste schijf
vervangen).
op.
De knoopbatterij
terugplaatsen).