Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

13. Foutmeldingen

Fout code
No.
OLED fout code
00
No Fault
No-flt
03
Over current trip
O-I
04
Over load trip
It.trp
05
Hardware Over Current Hardware overstroom
PS-trp
06
Over voltage
O-Volt
07
Under voltage
U-Volt
08
Over temperature trip
O-t
09
Under temperature trip Te lage temperatuur van de
U-t
10
Load default
P-Def
parameters
11
External trip
E-trip
12
Bus serial comms fault
SC-Obs
13
Excessive DC ripple
Flt.DC
14
Input phase loss
P-Loss
15
Instant over current
hO-I
16
Thermistor Fault
Th-Flt
17
I/O processor data
Data-F
error
18
4-20mA signal out of
4-20F
range
19
M/C processor data
Data-E
error
20
User Parameter Default Terug naar
U-Def
21
Motor PTC over heat
F-Ptc
22
Cooling Fan Fault
Fan-F
www.geindustrial.com/Drives
Omschrijving
Geen fout
Grote overstroom aan de
uitgang van de frequentie-
regelaar.
Thermische fout.
Motorstroom >100% van
F-08 voor een langere tijd.
Overspanning
Onderspanning
Te hoge temperatuur van de
koelplaat
koelplaat
De parameters worden terug-
gezet naar fabrieksinstellingen
Externe fout via digitale
ingang
Bus communicatie fout
Te grote gelijksspannings-
rimpel
Verlies van een van de
ingangsfasen
Directe overstroom aan de
uitgang van de regelaar
Interne thermistor fout
Fout in intern geheugen
Verlies van 4-20mA signaal
Fout in intern geheugen
gebruikersparameters
Motor PTC te warm
Interne koelventilator fout
DET1018NL
Oplossing en eventuele oorzaak
Melding wordt weergegeven in DR-13 wanneer er geen fouten zijn.
Controleer of er een kortsluiting is tussen de fasen en/of naar aarde.
Controleer of de aandrijving mechanisch geblokkeerd is.
Controleer of de motorgegevens goed zijn ingesteld bij F-07, F-08, F-09.
Verlaag de boost spanning bij F-11
Verleng de acceleratie tijd bij F-03
Let op dat wanneer de motor is voorzien van een mechanische rem deze
correct geschakeld wordt.
Controleer of het decimale puntje knippert. Dit geeft overbelasting weer.
Verleng de acceleratietijd of verlaag de motorbelasting
Controleer of de motorkabellengte niet langer is dan de maximaal
toegestane lengte (zie hoofdstuk 14.4
Controleer of de motorgegevens goed zijn ingesteld bij F-07, F-08, F-09.
Controleer of de aandrijving mechanisch niet zwaar loopt of geblokkeerd is
Controleer of er een kortsluiting is tussen de fasen en/of naar aarde. Koppel
de motor los van de regelaar en megger de motor en bekabeling.
De waarde van de tussenkringspanning kan worden bekeken via DR-20.
De historische logging (interval 256ms) van voor de fout kan worden
bekeken via DR-36.
Deze fout wordt normaal gesproken gegenereerd door regeneratieve
energie die terugkomt van de motor. Dit gebeurd vooral bij toepassing met
een grote inertia. Verleng de deceleratie tijd F-04 wanneer de fout optreedt
tijdens stoppen of tijdens het afremmen.
Verlaag PI-11 wanneer de overspanning optreedt wanneer de PID-regeling is
geactiveerd.
Dit gebeurt standaard wanneer de voedingsspanning wordt uitgeschakeld
Controleer de voedingsspanning en alle aansluitingen wanneer de fout ook
voorkomt tijdens normaal bedrijf.
De temperatuur van de koelplaat kan worden bekeken via DR-21.
De historische logging (interval 30s) van voor de fout kan worden bekeken
via DR-38.
Controleer de omgevingstemperatuur.
Controleer of de ventilator van de frequentieregelaar goed is.
Controleer of er voldoende vrije ruimte rond de regelaar is (zie hoofdstuk
3.4 t/m 3.7) en dat de luchtflow voldoende en langs de regelaar is.
Reduceer de effectieve schakelfrequentie m.b.v. H-24.
Reduceer de belasting op de motor.
De regelaar geeft een fout wanneer de temperatuur lager dan -10°C is. De
temperatuur moet weer boven de -10°C komen om te kunnen starten.
Zie hoofdstuk 5.5.
E Externe fout melding via digitale ingang. Afhankelijk van de instelling van
F-13 moet er een N.C. contact verbonden worden aan de digitale ingang. De
foutmelding houdt normaal gesproken in dat een extern apparaat een fout
geeft d.m.v. een contact. Controleer de motortemperatuur wanneer er een
thermistor contact op de ingang is aangesloten.
Communicatie met PC of extern bedienpaneel is weggevallen. Controleer
kabels en connectoren.
De rimpel op de tussenkringspanning kan worden bekeken via DR-16.
De historische logging (interval 20ms) van voor de fout kan worden bekeken
via DR-37.
Controleer of de 3 fasen van de voedingsspanning aanwezig zijn en of de
voedingsspanning symmetrisch is (max. 3% afwijking).
Reduceer de motorbelasting.
Neem contact op met de lokale leverancier wanneer de fout blijft.
Controleer of de 3 fasen van de voedingsspanning aanwezig zijn.
Kijk naar de omschrijving van fout O-I
Neem contact op met de leverancier.
Parameters zijn niet opgeslagen. Fabrieksinstellingen zijn teruggezet.
Neem contact op met de lokale leverancier.
Het mA signaal op analoge ingang 1 of 2 (klemmen 6 of 10) is lager dan 3mA
en de analoge ingang staat ingesteld op t4-20mA. Controleer de bedrading
en de bron van de 4-20mA.
Parameters zijn niet opgeslagen. Fabrieksinstellingen zijn teruggezet.
Neem contact op met de lokale leverancier.
Zie hoofdstuk 5.6.
De PTC geeft aan dat de motor te warm is geworden. Verlaag de motor
belasting (analoge ingang 2 is geconfigureerd voor de PTC).
Controleer en vervang eventueel de interne koelventilator.
)
45

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave