Modbus aansturing & monitoring registers
Onderstaande tabel geeft een verkort overzicht van de Modbus adressen van de AF-700 regelaar.
•
Alle parameters kunnen worden benaderd worden wanneer Modbus RTU is geconfigureerd als veldbus optie.
•
Registers 1 en 2 kunnen gebruikt worden om de regelaar aan te sturen. Hiervoor moet parameter F-12 op 4 worden ingesteld.
•
Register 4 kan worden gebruikt worden om de acceleratie en deceleratie aan te passen. Hiervoor moet parameter O-07 op 1
worden ingesteld.
•
Registers 6 t/m 24 kunnen altijd uitgelezen worden. De instelling van parameter F-12 is niet van belang.
Register
Upper Byte
nummer
Control commando's
1
2
Gewenste frequentie
3
Gereserveerd
Acceleratie/deceleratie tijden
4
Fout code
Regelaar
status
6
7
Uitgangsfrequentie
8
Uitgangsstroom
9
Uitgangskoppel
10
Uitgangsvermogen
11
Status digitale ingangen
20
Niveau analoge ingang 1
21
Niveau analoge ingang 2
22
Gewenste snelheid (intern)
23
Tussenkringspanning
24
Temperatuur van de regelaar
Parameter toegang via Modbus
Alle gebruikersparameters (parametergroepen F t/m O), behalve de parameters die de Modbus communicatie bepalen, zijn toegankelijk via
Modbus. De volgende parameters zijn niet via toegankelijk via Modbus :
•
O-01 Frequentieregelaar veldbusadres
•
O-03 Modbus RTU communicatie baud rate
•
O-04 Modbus RTU data formaat
Afhankelijk van de status van de frequentieregelaar kunnen alle paramaters gelezen en aangepast worden. Een aantal parameters kunnen
niet veranderd worden wanneer de frequentieregelaar in run staat..
De adressen voor de Modbus registers van de parameters zijn gelijk aan de parameternummers:
Voorbeeld : parameter F-01 = Modbus Register 101.
Zie voor meer informatie de "Modbus application note"
11.3. BACnet MS/TP Communicatie
Zie de "BACnet application note" voor meer infomatie
www.geindustrial.com/Drives
Lower Byte
Read
Opmerking
Write
R/W
De "control commando's" worden gebruikt om de regelaar aan te sturen via
Modbus RTU. Het "control word" is als volgt opgebouwd:
Bit 0 : Start/stop commando. 1 = start, 0 = stop.
Bit 1 : Snelle stop commando. 1 = stop met 2
Bit 2 : Reset commando. 1 = reset. Dit bit moet terug naar 0 worden gezet wanneer
de fout is gereset.
Bit 3 : commando vrije uitloop. 1 = vrije uitloop.
R/W
De gewenste snelheid wordt als volgt opgegeven : 500 = 50.0Hz
R/W
Geen functie
R/W
Dit register bepaalt de acceleratie en deceleratie tijd. Hiervoor moet parameter O-
07 op 1 worden ingesteld. De tijden worden als volgt opgegeven : 0 t/m 60000 =
0.00s t/m 600.00s
R
Dit register bestaat uit 2 bytes. Het "Lower Byte" bestaat uit 8 bits en geeft de
status van de frequentieregelaar weer:
Bit 0 : 0 = regelaar in Stop, 1 = regelaar in Run
Bit 1 : 0 = regelaar OK, 1 = regelaar geeft een fout
Bit 2 : 0 = in Auto Mode, 1 = in Hand Mode
Bit 3 : 0 = regelaar "OK", 1 = regelaar "INHIBITED"
Bit 4 : 0 = onderhoudstimer niet afgelopen, 1 = onderhoudstimer niet afgelopen
Bit 5 : 0 = niet in Standby (Slaap), 1 = Standby (Slaap) mode actief
Bit 6 : 0 = regelaar niet OK, regelaar OK
Bit 7 : Gereserveerd
Het "Upper Byte" geeft de fout code weer. Zie hoofdstuk 15 voor meer informatie.
R
De uitgangsfrequentie wordt als volgt weergegeven : 123 = 12.3 Hz
R
De uitgangsstroom wordt als volgt weergegeven : 105 = 10.5 A
R
Het uitgangskoppel wordt als volgt weergegeven : 474 = 47.4 %
R
Het uitgangsvermogen wordt als volgt weergegeven : 1100 = 11.00 kW
R
Geeft de status weer van de digitale ingangen. Bit 0 = Digital Input 1, etc.
R
Niveau analoge ingang 1 wordt als volgt weergeven : 1000 = 100.0%
R
Niveau analoge ingang 2 wordt als volgt weergeven : 1000 = 100.0%
R
Gewenste snelheid (intern)
R
Gemeten tussenkringspanning (V)
R
Gemeten temperatuur frequentieregelaar ( °C)
DET1018NL
de
deceleratie tijd.
41