Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

GE AF-700 FP Handleiding pagina 37

Inhoudsopgave

Advertenties

Par
Parameternaam
SF-07
Detectiegrenzen "belastingsmonitor"
SF-07 bepaalt de detectiegrenzen voor de "belastingsmonitor" (SF-06). Wanneer de belasting hoger of lager is dan de ingestelde
grenzen gedurende de tijd die is ingesteld bij SF-08, zal de regelaar stoppen met uitsturen en een foutmelding geven.
SF-08
Wachttijd "belastingsmonitor"
SF-07 bepaalt de detectiegrenzen voor de "belastingsmonitor" (SF-06). Wanneer de belasting hoger of lager is dan de ingestelde
grenzen gedurende de tijd die is ingesteld bij SF-08, zal de regelaar stoppen met uitsturen en een foutmelding geven.
SF-09
Logica "Fire mode"
Wanneer de "Fire mode" aan een ingang is toegekend (zie F-13) kan met parameter SF-09 de logica worden geïnverteerd.
0 : NO contact. Het contact moet worden gesloten om de "fire mode" te activeren.
1 : NC contact. Het contact moet worden geopend om de "fire mode" te activeren.
SF-10
Snelheid "Fire mode"
Met parameter SF-10 wordt de snelheid opgeven voor de "Fire mode". Een waarde nul zorgt ervoor dat het huidige setpoint
wordt gehandhaafd.
SF-11
Activering "Bypass" in geval van een fout
Wanneer er een fout optreedt zal de AF-700 frequentieregelaar automatisch de "bypass" inschakelen. De uitgangrelais 1 & 2
worden automatisch gebruikt door de "bypass mode". Er kunnen geen andere functies meer aan de uitgangsrelais 1 & 2 worden
toegekend.
0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
SF-12
Activering "Bypass" in geval van "Fire mode"
Wanneer de "Fire mode" wordt geactiveerd zal de AF-700 frequentieregelaar automatisch de "bypass" inschakelen. De
uitgangrelais 1 & 2 worden automatisch gebruikt door de "bypass mode". Er kunnen geen andere functies meer aan de
uitgangsrelais 1 & 2 worden toegekend.
0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
SF-13
Overschakeltijd "Bypass relais"
Instelbare tijd voor het overschakelen van de relais van normale uitsturing naar "bypass mode".
Let op bij het aanpassen van parameter SF-13 dat de relais voor de bypass schakeling en de relais voor de frequentieregelaar zelf
niet tegelijk schakelen. Zowel mechanische als elektrische interlock van de relais voor de bypass schakeling en de relais voor
frequentieregelaar zelf moeten voldoen aan de geldende richtlijnen.
SF-14
Activering pomp cascade regeling
0 = Uitgeschakeld
1 = Pomp cascade regeling d.m.v. DOL relais (maximaal 4 pompen)
2 = Pomp cascade regeling d.m.v. bijschakelen frequentieregelaars (Alleen actief wanneer O-01 = 1 => freq. = Master)
SF-15
Aantal cascade slave pompen
Parameter is actief wanneer SF-14 op 1 of 2 is ingesteld. Met parameter SF-15 stel je het aantal DOL slave pompen (SF-14 = 1) of
het aantal frequentie geregelde slave pompen (SF-14 = 2) in. Een waarde 0 schakelt de pomp cascade regeling uit.
SF-16
Overschakeltijd automatisch wisselen pompen
Om de belasting en de slijtage van de pompen bij gebruik van de cascade regeling te balanceren kan er d.m.v. parameter SF-16
een overschakeltijd worden ingesteld. Het verschil in draaitijd (duty run) zal nooit groter zijn dan de ingestelde waarde van SF-16.
Bij een waarde 0 is het automatisch omschakelen (balanceren van de belasting) uitgeschakeld.
SF-17
Slave pomp start frequentie/snelheid
Start frequentie/snelheid voor het bijschakelen van een pomp. Wanneer de actuele frequentie/snelheid boven deze grens komt
wordt de volgende pomp bijgeschakeld. Vervolgens zal de Master gedurende de pomp stabilisatie tijd (SF-19) geen pomp meer
bij- of afschakelen. De bijgeschakelde pomp zal altijd de pomp zijn met het laagste aantal draaiuren.
SF-18
Slave pomp stop frequentie/snelheid
Stop frequentie/snelheid voor het afschakelen van een pomp. Wanneer de actuele frequentie/snelheid boven deze grens komt
wordt een pomp afgeschakeld. Vervolgens zal de Master gedurende de pomp stabilisatie tijd (SF-19) geen pomp meer bij- of
afschakelen. De afgeschakelde pomp zal altijd de pomp zijn met het hoogste aantal draaiuren.
SF-19
Pomp stabilisatietijd
De pomp stabilisatietijd is een timer die wordt gestart na het bij- of afschakelen van een pomp. Gedurende de pomp stabilisatie
tijd (SF-19) kan er geen pomp meer bij- of afgeschakeld worden. Dit komt de stabiliteit van de cascade regeling ten goede.
SF-20
Reset draaiuren alle pompen
De Master frequentieregelaar houdt exact bij hoeveel draaiuren de master en de slave pompen maken. Met de parameter DR-19
kunnen de draaiuren van alle pompen worden bekeken. Met parameter SF-20 kunnen alle draaiuren worden gereset naar nul.
www.geindustrial.com/Drives
Minimaal
-F-01
SF-18
DET1018NL
Maximaal
Standaard
0.1
50.0
1.0
0
60
0
0
1
0
F-01
5
0
1
0
0
1
0
0
30
2
0
2
0
1
4
1
0
1000
0
F-01
49.0
0
SF-17
30.0
10
600
60
0
1
0
Eenheid
A
Seconden
-
Hz / Rpm
-
-
Seconden
-
-
Uren
Hz / RPM
Hz / RPM
Seconden
-
37

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave