Variabelendatabase
Het BMS of het bewakingssysteem en de koelerunit communiceren
met elkaar via een vaste set van variabelen. Deze worden ook
adresnummers genoemd. Hieronder staat de benodigde informatie
over de digitale, integere en analoge variabelen die het BMS of het
bewakingssysteem kan lezen uit of kan schrijven naar de adreskaart
van de koeler.
Raadpleeg
"Overzicht van de directe en de gebruikersparameters"
op
pagina 15
voor
de
gebruikersparameters.
Overzicht van alle variabelen die geen directe
of gebruikersparameters zijn
Beschrijving
1=A1, HP1, of LP1
alarmcodes actief
Circuitalarm
0=geen alarmcode
actief
1=FL alarmcode
Algemeen alarm
0=geen alarmcode
actief
1=E1, E2, of E3
alarmcodes
Alarm NTC-sonde
0=geen alarmcode
actief
Input van
1=gesloten
debietschakelaaralarm
0=open
Input van veranderlijke
1=gesloten
digitale S7S-input
0=open
Input van hoge druk of
1=gesloten
lozingsbeveiliging of
0=open
overstroombeveiliging
Input van lage-
1=gesloten
drukschakelaaralarm
0=open
Input van veranderlijke
1=gesloten
digitale S9S-input
0=open
Output van
1=aan
compressor 1
0=uit
Output van
1=aan
compressor 2
0=uit
1=aan
Output van pomp
0=uit
1=aan
Output van omkeerklep
0=uit
1=aan
Output van alarm
0=uit
1=aan
Aan of uit
0=uit
(*) D=digital.
S
TORINGSOPSPORING
In dit onderdeel wordt nuttige informatie gegeven over het opsporen en
oplossen van bepaalde storingen die in de unit kunnen voorkomen.
Voer altijd eerst een grondige visuele controle uit van de unit en zoek
naar voor de hand liggende storingen zoals losse aansluitingen of
foute bedrading vooraleer de procedure voor storingsopsporing aan
te vangen.
Neem dit hoofdstuk zorgvuldig door vooraleer uw verdeler van
Daikin-producten te raadplegen. Het zal u tijd en geld besparen.
Schakel steeds de hoofdschakelaar van de unit uit
vooraleer u het voedingspaneel of de schakelkast
controleert.
Als een beveiliging in werking is getreden dient u de unit uit te
schakelen en na te gaan waarom de beveiliging in werking is getreden
vooraleer deze terug te stellen. De beveiligingen mogen onder geen
beding worden overbrugd of op een andere waarde worden ingesteld
dan deze van de fabrieksinstelling. Raadpleeg uw verdeler van Daikin-
producten als u de oorzaak van de storing niet kunt vinden
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
19
adressen
van
alle
directe
Modbus-
adres
Parametertype
Lezen
41
Lezen
45
Lezen
46
Lezen
53
Lezen
54
Lezen
55
Lezen
56
Lezen
57
Lezen
59
Lezen
60
Lezen
61
Lezen
62
Lezen
63
Lezen/
64
schrijven
.
Fenomeen 1: De unit start niet, maar het controlelampje
M
OGELIJKE OORZAKEN
De temperatuurinstelling is niet
correct.
Storing in de voeding.
Doorgebrande zekering of
onderbreking van een beveiliging.
en
Losse aansluitingen.
(*)
Kortgesloten of gebroken draden.
D
Fenomeen 2: De unit start niet, maar het controlelampje
M
OGELIJKE OORZAKEN
D
De aan/uit-input vanop
afstand is ingeschakeld en de
afstandsschakelaar is uitgeschakeld.
D
De antipendeltimer loopt nog.
De bewakingstimer loopt nog.
D
D
Fenomeen 3: De unit start niet en het controlelampje
M
OGELIJKE OORZAKEN
D
Eén van de volgende beveiligingen
is in werking getreden:
• Fasebeveiliging
D
• Overstroomrelais (K*S)
• Thermische beveiliging van
D
de afvoer (Q*D)
• Verdampingstemperatuur
D
• Thermostaat (S*T)
• Debietschakelaar (S10L)
D
• Hogedrukschakelaar (S*HP)
De unit verkeert in
D
vorstbeveiligingsalarm.
D
D
De aan/uit-input vanop afstand
is ingeschakeld en de
D
afstandsschakelaar is uitgeschakeld.
Het toetsenbord is vergrendeld.
De gebruikersparameter h09
is ingesteld op 0.
L
brandt
W
AT TE DOEN
Controleer de instelling van
de besturing.
Controleer de spanning op het
voedingspaneel.
Controleer de zekeringen en
beveiligingen. Vervang deze door
zekeringen van dezelfde waarde
en hetzelfde type (raadpleeg
"Elektrische specificaties" op
pagina
4).
Controleer de aansluitingen van
de lokale bedrading en de interne
bedrading van de unit. Maak alle
losse aansluitingen vast.
Controleer de circuits met behulp
van een testapparaat en repareer
deze indien nodig.
L
knippert
W
AT TE DOEN
Schakel de afstandsschakelaar
in of schakel de aan/uit-input uit.
Het circuit kan pas na ongeveer
4 minuten starten.
Het circuit kan pas na ongeveer
1 minuut opstarten.
L
brandt niet
W
AT TE DOEN
Controleer de besturing en
raadpleeg fenomeen 4
"Eén van de
volgende beveiligingen is in werking
getreden" op pagina
20. Raadpleeg
het hoofdstuk
"Terugstellen van een
alarm" op pagina 14
bij de toelichting
over de digitale besturing.
Controleer de besturing en
raadpleeg fenomeen 4
"Eén van de
volgende beveiligingen is in werking
getreden" op pagina
20. Raadpleeg
het hoofdstuk
"Terugstellen van een
alarm" op pagina 14
bij de toelichting
over de digitale besturing.
Schakel de afstandsschakelaar
in of schakel de aan/uit-input uit.
Ontgrendel het toetsenbord van
de besturing.
EUWA(*)5~24KBZW1
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW61653-1 – 07.2010