Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Geïmplementeerde Storingscode; Definiëren Van De Bms-Instelling - Daikin HydroCube EUWAN5KBZW1 Montagehandleiding En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Algemene informatie over het Modbus-protocol
Het Modicon Modbus-protocol dat wordt uitgevoerd in de adreskaart
voldoet aan de inhoud van het volgende document:
Modicon Modbus Protocol
Reference Guide
Juni 1996, PI-MBUS-300 Rev. J
Het Modbus-protocol dat wordt uitgevoerd is van het RTU-type
(Remote Terminal Unit) en gebaseerd op transmissietijden. De
configuratie maakt gebruik van het multidrop-kenmerk van RS485.
Het adres dat binnen het Modbus-pakket wordt verstuurd spreekt de
koelerunit aan.
Geïmplementeerde RS485-communicatie-instellingen voor
het Modbus-protocol
De RS485-communicatie-instellingen worden als volg geïmplementeerd:
Baud-rate: 9600
Stopbit: 2
Pariteit: geen
Geïmplementeerde commando's voor het Modbus-protocol
De geïmplementeerde commando's in het programma zijn als volgt:
Modbus-commando
Betekenis
01
Coilstatus lezen
Digitale variabele(n)
lezen
02
Inputstatus lezen
Digitale variabele(n)
lezen
03
Holding-registers
Analoge variabele(n)
lezen
lezen
04
Inputregisters
Analoge variabele(n)
lezen
lezen
05
Enkele coil
Individuele digitale
forceren
variabele(n)
schrijven
06
Enkel register
Individuele analoge
voorinstellen
variabele(n)
schrijven
15
Meerdere coils
Een reeks digitale
forceren
variabelen schrijven
16
Meerdere
Een reeks analoge
registers
variabelen schrijven
voorinstellen
Let op:
Vanwege de variatie van de koelers met geïnstalleerde
adreskaarten wordt er geen onderscheid gemaakt tussen
inputvariabelen (met read-only-status) en outputvariabelen (met
read/write-status) zodat de kennis van de database en het
beheer daarvan afhankelijk is van het deel dat aanwezig is in het
bewakingssysteem.
Op grond van de algemene aard van het systeem antwoordt de
adreskaart op dezelfde wijze op verschillende Modbus-
commando's.
EUWA(*)5~24KBZW1
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW61653-1 – 07.2010
Aantekeningen
Vraagt huidige status op
(AAN/UIT) van een groep
van logic coils of discrete
input
Vraagt huidige status op
(AAN/UIT) van een groep
van logic coils of discrete
input
Vraagt huidige binaire
waarde op in één of meer
holding-registers
Vraagt huidige binaire
waarde op in één of meer
holding-registers
Forceert enkele coil in
AAN- of UIT-status
Plaatst een specifieke
binaire waarde in een
holding-register
Forceert de definitie van
een reeks van opvolgende
logic coils in de AAN- of
UIT-status
Plaatst specifieke binaire
waarden in een reeks van
opvolgende holding-
registers
Gegevensweergave van het Modbus-protocol
Digitaal
Alle digitale gegevens zijn gecodeerd door een enkele bit:
■ "0" voor UIT
■ "1" voor AAN.
Alle digitale variabelen zijn toegewezen aan bits van opvolgende
registers, waarbij telkens:
■ de lagere-adresvariabele is toegewezen aan de minder
belangrijke bit
■ de
hogere-adresvariabele
belangrijkste bit.
Analoge en integere gegevens
Een analoge en integere waarde wordt vertegenwoordigd door
een 16-bit WORD-register in binaire notatie. Voor elk register
geldt dat de eerste byte de bits met hogere rang bevat en de
tweede byte de bits met lagere rang.
■ De analoge variabelen worden weergegeven in tienden:
de waarde 10,0 wordt bijv. verzonden als 0064h=100d
en de waarde –10,0 wordt bijv. verzonden als FF9Ch=–100d
■ De integere variabelen worden verzonden met behulp van de
effectieve waarde:
de waarde 100 wordt bijv. verzonden als 0064h=100d
De adreskaart werkt op registers waarbij één register moet
worden beschouwd als 16-bit.
Als het BMS of bewakingssysteem probeert om een waarde van een
parameter te schrijven die buiten het bereik ligt, dan wordt het
schrijven genegeerd.
Geïmplementeerde storingscode
Code
Interpretatie Modbus
1
Ongeoorloofde functie
Definiëren van de BMS-instelling
Activeren van het Modbus-protocol
Het Modbus-protocol wordt geactiveerd door de h23-parameter op
1 in te stellen.
Dit
is
een
gebruikersparameter.
raadplegen en wijzigen" op pagina
Bepalen van het seriële adres van de unit
Stel parameter h10 in om het unieke seriële adres van elke unit
te definiëren dat nodig is voor de communicatie met het
bewakingssysteem.
Dit
is
een
gebruikersparameter.
raadplegen en wijzigen" op pagina
is
toegewezen
aan
Toestand
Bericht wordt niet ondersteund of het
benodigde aantal variabelen is groter
dan de toegestane grenswaarde
(lengte ≤20).
Zie
"Gebruikersparameters
16.
Zie
"Gebruikersparameters
16.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
de
18

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave