Probleem
De oplader is buiten werking en het sys-
teem accepteert geen wisselspanning.
De oplader levert een lagere oplaadsnel-
heid.
Problemen oplossen, ES 2000
Probleem
Gallonteller (literteller) laat geen
verhoging van het materiaalvolume zien.
Het spuittoestel werkt, maar het display
werkt niet.
Afstand wordt niet naar behoren
toegevoegd (modus Meten is
onnauwkeurig en snelheid is onjuist)
Mils niet of verkeerd berekend.
Het spuiten van materiaal begint nadat
het spuitpictogram op de display te zien
is.
Het spuitpictogram is niet zichtbaar
op het display als er materiaal wordt
gespoten.
Het spuitpictogram is altijd zichtbaar
op het display.
3A9039A Bediening/reparatie/onderdelen
Wat te controleren
De wisselspanning is zodanig
gedaald dat deze buiten het toleran-
tiebereik valt
De regelmechanismen van de opla-
der zijn niet goed ingesteld.
Lage AC-ingangsspanning.
Accu of AC-ingangsverbindingen
zitten los.
Wat te controleren
Materiaaldruk te laag.
Kapotte of losgekoppelde draad
van teller pomp, beide pompen.
Ontbrekende of beschadigde
magneet.
Slechte sensor, beide pompen.
Slechte verbinding tussen de
besturingskaart en het display.
Display beschadigd.
Machine niet gekalibreerd.
Druk van achterwiel te laag of
te hoog.
Tandwieltanden ontbreken of zijn
beschadigd (aan de rechterkant
gezien vanaf platform).
Afstandssensor los of defect.
Afstandssensor.
Teller in gallon (liter).
Lijnbreedte niet ingevoerd.
Slechte of beschadigde
besturingskaart.
Onderbreker.
Losse stekker.
De onderbreker zit op de verkeerde
plaats.
Bladveerschakelaar is beschadigd.
Magneet op schakelaar ontbreekt.
Kapotte of doorgesneden draad.
Besturingskaart is beschadigd.
Display is beschadigd.
De onderbreker zit op de verkeerde
plaats.
Bladveerschakelaar is beschadigd.
Problemen oplossen (ES 1000 en ES 2000)
Hoe controleren
Controleer of de spanning en frequentie van de wisselspanning
in orde zijn.
Raadpleeg het hoofdstuk over het aanpassen van de 'oplaad-
snelheid'
Gebruik geschikte wisselspanning.
Controleer alle DC/AC-aansluitingen.
Hoe controleren
Deze moet hoger zijn dan 55 bar (800 psi) voordat de teller
een verhoging laat zien.
Controleer de draden en de aansluitingen. Vervang kapotte
draden.
Plaats of vervang magneet op pomp, zie Onderdelenhandleiding
(onderdelen pomp) voor locatie van de magneet.
Vervang de sensor.
Verwijder de display sluit hem weer aan.
Vervang display.
Volg de kalibratieprocedure. Zie de Bedieningshandleiding).
Stel de bandenspanning in op 380 +/- 34 kPa (55 +/- 5 psi).
Vervang het afstandstandwiel/de wielnaaf.
Sluit de sensor weer aan of vervang deze.
Zie „De afstandsteller werkt niet goed".
Zie 'Gallonteller (literteller) laat geen verhoging van het
materiaalvolume zien'.
Stel lijnbreedte op hoofdbelijningsscherm in.
Vervang de besturingskaart.
Draai de schroef linksom totdat het spuitpictogram gelijk
loopt met het spuiten van de vloeistof, pagina 24.
Controleer de stekker en sluit weer aan.
Draai de schroef linksom totdat het spuitpictogram gelijk
loopt met het spuiten van de vloeistof, pagina 24.
Vervang bladveerschakelaar.
Vervang bladveerschakelaar.
Vervang draadbundel van afstandssensor.
Vervang de besturingskaart.
Vervang display.
Draai de schroef rechtsom totdat het spuitpictogram gelijk
loopt met het spuiten van de vloeistof, pagina 24.
Vervang bladveerschakelaar.
61