Inhoudsopgave
Advertenties
Instelling
Pompcurve
III
Toerental III
II
Toerental II
I
Toerental I
Functie
De ALPHA2 draait op een constant toerental en daardoor op een
constante curve.
In toerental III is de pomp ingesteld om onder alle omstandigheden
op een max. curve te draaien. Zie afb. 14.
Snelle ontluchting van de pomp kan worden bereikt door de pomp
voor korte tijd op toerental III in te stellen. Zie
de
pomp.
De ALPHA2 draait op een constant toerental en daardoor op een
constante curve.
In toerental II is de pomp ingesteld om onder alle omstandigheden
op een middelmatige curve te draaien. Zie afb. 14.
De ALPHA2 draait op een constant toerental en daardoor op een
constante curve.
In toerental I is de pomp ingesteld om onder alle omstandigheden
op een min. curve te draaien. Zie afb. 14.
ALPHA2 verandert de curve voor automatisch Nachtbedrijf, d.w.z.
de absolute minumum prestatie en stroomverbruik, mits er aan
sommige voorwaarden wordt voldaan.
Zie
8. Automatisch
Nachtbedrijf.
23
10.2 Ontluchten van
Advertenties
Inhoudsopgave
