10. In bedrijf nemen
10.1 Voorafgaand aan het opstarten
10.2 Ontluchten van de pomp
Voorzichtig
Inhoud:
10.1 Voorafgaand aan het opstarten
10.2 Ontluchten van de pomp
10.3 Ontluchten van
verwarmingssystemen.
Start de pomp pas wanneer de installatie met vloeistof is gevuld en
volledig is ontlucht. De vereiste minimum voordruk moet beschikbaar
zijn bij de ingang van de pomp. Zie
gegevens en installatie
Afb. 12 Ontluchten van de pomp
De pomp ontlucht zichzelf. Deze hoeft niet te worden ontlucht
voorafgaand aan het opstarten.
Lucht in de pomp kan geluid veroorzaken. Dit geluid verdwijnt na een
aantal minuten.
Snelle ontluchting van de pomp kan worden bereikt door de pomp voor
korte tijd op toerental III in te stellen, afhankelijk van systeemgrootte en
ontwerp.
Wanneer de pomp ontlucht is, d.w.z wanneer het lawaai is verdwenen,
stel de pomp dan op basis van de aanbevelingen. Zie
pomp.
De pomp mag niet drooglopen.
Het systeem mag niet worden ontlucht via de pomp. Zie
van
verwarmingssystemen.
3. Toepassingen
afmetingen.
20
en
13. Technische
7. Instellen van de
10.3 Ontluchten