Ontstekingssysteem
De motor is voorzien van een elektronisch ontstekingssysteem. Alleen de bougie heeft onderhoud nodig.
Aanbevolen bougie, zie "Technische Gegevens".
1.
Maak de ontstekingskabel los en maak
rond de bougie schoon.
2.
Verwijder de bougie met een 13/16"
(21 mm) bougiedop.
3.
Controleer de bougie. Vervang de bougie
wanneer de elektroden rondom verbrand
zijn of wanneer de isolator gesprongen of
beschadigd is. Maak de bougie schoon
met een staalborstel als hij gebruikt moet
worden.
4.
Meet de elektrodenafstand met een draadmeter. De afstand moet 0,75 mm zijn. Stel de afstand indien
nodig af door de elektroden te buigen.
5.
Schroef de bougie met de hand weer vast om te voorkomen dat het schroefdraad beschadigd raakt.
6.
Nadat de bougie aanligt, moet hij vastgedraaid worden met een bougiesleutel zodat de ring
samengedrukt wordt. Een gebruikte bougie moet 1/8 – 1/4 slag gedraaid worden vanaf de
zetelaanligging. Een nieuwe bougie moet 1/2 slag gedraaid worden vanaf de zetelaanligging.
7.
Zet de ontstekingskabelklem weer terug.
Controle van veiligheidssysteem
De machine is uitgerust met een
veiligheidssysteem dat starten of rijden onder
de volgende condities verhindert.
De motor moet alleen gestart kunnen worden
wanneer:
1.
Het maaidek staat in uitgeschakelde
stand.
2.
De stuurknuppels staan in buitenste,
vergrendelde neutraalstand.
3.
De bestuurder zit op de
bestuurderszitting.
4.
De parkeerrem is aangetrokken.
Controleer dagelijks of het
veiligheidssysteem werkt door te proberen
om de motor te starten wanneer aan een van
deze voorwaarden niet is voldaan. Wijzig de
omstandigheden en probeer het opnieuw.
Wanneer de machine start wanneer aan een
van deze voorwaarden niet is voldaan, moet u
de machine uitzetten en het
veiligheidssysteem repareren voordat u de
machine weer gebruikt.
Controleer of de motor stopt als u, nadat u de
parkeerrem heeft losgemaakt, even van de
bestuurderszitting opstaat (ongeacht of het
maaidek in- of uitgeschakeld is).
Controleer of de motor stopt wanneer het maaidek ingeschakeld is en u even opstaat.
ONDERHOUD
BELANGRIJKE INFORMATIE
Een verkeerd type bougie kan de motor
beschadigen.
Een te los aangedraaide bougie kan
leiden tot oververhitting en de motor
beschadigen. Een te vast aangedraaide
bougie kan het schroefdraad in de
cilinderkop beschadigen.
Voorwaarden voor start
BELANGRIJKE INFORMATIE
Om te kunnen rijden moet de bestuurder
op de zitting zitten en moet de
parkeerrem los staan voordat de
stuurknuppels in neutraalstand gezet
kunnen worden, anders stopt de motor.
8011-527
27
Nederlands-