Apparaat bedienen
5.2.2 Apparaat uitschakelen
5.3 Basisfuncties
5.3.1 Temperatuur instellen
5.3.2 Braden
Voorwaarde Braadvlak gereinigd
5.4 Opvangbak legen
18
Bedieningsknop Brander in de stand „ " draaien.
Gastoevoer stopt.
Brander wordt uitgeschakeld.
Ontstekingsbrander wordt uitgeschakeld.
Verwarmingszone is uitgeschakeld.
Bedieningsknop Temperatuur naar de gewenste temperatuur
draaien.
Temperatuur wordt verhoogd of verlaagd (zie
"Arbeidstemperatuur").
OPGELET
Materiële schade door schoksgewijs afkoelen
Schoksgewijs afkoelen vervormt het braadvlak
•
Geen bevroren te bereiden voedsel op het hete braadvlak
leggen.
Opvangbak geplaatst
1. Afvoer afsluiten.
2. Apparaat inschakelen.
3. Temperatuur instellen.
Braadvlak wordt verwarmd.
4. Na het bereiken van de ingestelde temperatuur moet het
braadvlak dun met braadvet of olie worden ingesmeerd.
5. Te bereiden voedsel op het hete braadvlak leggen.
6. Na elk braden, braadresten van het braadvlak verwijderen (zie
„Apparaat reinigen en verzorgen").
VOORZICHTIG
Verbrandingsgevaar door hete vloeistoffen
•
Opvangbak voor het leeg maken laten afkoelen.
•
Armen en handen beschermen met geschikte
veiligheidshandschoenen.
Bedieningshandleiding