Inhoudsopgave
Advertenties
1 - 8
1.7
Functie van de koppelingsdelen
Algemene beschrijving voor alle typen
In combinatie met AMAZONE-grondbewerkingsmachi-
nes steunt de opbouwzaaimachine zowel in werk- (Fig.
1.16) als transportstand op het robuuste frame van de
AMAZONE-steunwals.
Tijdens het zaaien steunt de AMAZONE-opbouwzaai-
machine op de rotoregge van andere merken eveneens
op de pakkerwals. Vaak is het draagvermogen van
andere merken pakkerwalsen niet toereikend om het
extra gewicht van de opbouwzaaimachine in transport-
stand te dragen. Daarom is het bij andere merken
grondbewerkingsmachines noodzakelijk de krachten
die bij een opgeheven machine optreden naar het
stevige frame van de rotoregge te verplaatsen. Om
deze reden heeft AMAZONE voor andere rotoreggen
een speciaal koppelsysteem ontwikkeld, waarvan de
werking hierna wordt uitgelegd.
1.8
Obstakelbeveiliging
In het werk (Fig. 1.16) rust de grondbewerkingsmachi-
ne op de pakkerwals en houdt daardoor de werkdiepte
constant. Komt er tijdens het werk een steen (Fig. 1.1/
17.1) of een ander voorwerp in de grond voor de
grondbewerkingsmachine, dan kan de rotoregge naar
boven uitwijken om de het obstakel te overwinnen.
Daarbij komt het volledige gewicht van de machine op
de tanden, die met het obstakel in aanraking zijn geko-
men. De elasticiteit en de elastische ophanging van de
tanden is in de regel net voldoende om het gewicht van
de rotoregge te dragen, zonder dat er een tand breekt.
De grondbewerkingsmachine mag in zo´n geval niet
door extra gewicht van een opbouwzaaimachine wor-
den belast. Dit zou onvermijdelijk tot tandbreuk leiden.
Daarom is de opbouwzaaimachine noch bij AMAZONE
rotoreggen noch bij machines van andere fabrikanten
star opgebouwd.
Voor fabrikanten van andere rotoreggen moest daarom
een koppelsysteem worden ontwikkeld, dat aan de
eisen voor een goede obstakelbeveiliging voldoet en
bovendien in transportstand het gewicht van de opbou-
wzaaimachine naar het frame van de rotoregge over-
brengt. Daarom bestaat het koppelsysteem voor ande-
re merken rotoreggen meestal uit een koppelraam (Fig.
1.18/1), dat aan de onderste aankoppelpunten van de
grondbewerkingsmachine is bevestigd. Bovendien is
het koppelraam met kettingen (Fig. 1.18/2) aan het
bovenste aankoppelpunt van de rotoregge bevestigd.
Tijdens het werk (Fig. 1.18) hangen de kettingen enig-
szins door. Hierdoor steunt het gewicht van de opbou-
wzaaimachine op de pakkerwals. Bij het overwinnen
van een obstakel kan de rotoregge zover naar boven
uitwijken, tot de kettingen volledig zijn gespannen.
AD DB 2000-1 (NL) 03.01
Fig. 1.16
Fig. 1.17
Advertenties
Inhoudsopgave
