HURRICANE H40
Riemspanning
Onze versnipperaars zijn uitgerust met een laterale transmissie met twee riemen, voorzien
van een automatische riemspanner met spanningsveer en 3 regelgaten die op de flank van
het chassis zijn aangebracht (zie fig. 10).
Wanneer de machine wordt geleverd, is de veer in het eerste gat bevestigd. Wanneer de
riemen tijdens het gebruik uitzetten en de buigingsgraad bedraagt meer dan 10 mm, dan
moet de spanningsveer van de riem in een van de twee daaropvolgende gaten worden
bevestigd. Riemen die zodanig zijn uitgerekt dat ze zelfs niet meer in het derde gat kunnen
worden gespannen, moeten worden vervangen.
Riemen die slijtage vertonen en niet meer correct kunnen worden gespannen, moeten
worden vervangen.
De riemen worden als volgt vervangen:
1. Schakel de machine uit en plaats ze indien mogelijk op steunen. Verwijder het
beschermingscarter van de riemen en verwijder grasresten en stof.
2. Demonteer de spanningsveer van de riemen.
3. Verwijder de versleten riemen van de poelie door ze met behulp van een
schroevendraaier op te lichten en monteer dan de nieuwe riemen.
4. Monteer de spanningsveer van de riem opnieuw samen met de automatische
riemspanner en bevestig in het gat van het chassis.
5. Controleer of de riemen correct zijn gespannen.
6. Plaats het beschermingscarter terug.
ONDERHOUD
4.06 ‐ Vervanging van de riemen
28
GEBRUIKS‐ EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
ROTOMEC