HURRICANE H40
De maaihoogte is gelijk aan de afstand tussen de messen en de bodem en schommelt
volgens de regeling van de achterste rol. De machine heeft zes verschillende maaihoogtes.
Op model H40 bedraagt de minimum maaihoogte 2,5 cm, de maximum maahoogte 12,5 cm.
De maaihoogte kan als volgt worden gewijzigd (zie fig. 4):
1. Schroef de 4 bouten (2 aan elke kant) los waarmee de roldragers op de flanken van het
chassis zijn vastgemaakt en waarin tien regelgaten zijn voorzien die twee per twee
moeten worden gebruikt.
2. Verwijder de bouten en stop ze in een ander paar gaten die aan beide zijden zijn
voorzien om de gewenste hoogte in te stellen.
3. Haal de moeren behoorlijk aan en ga na dat alle blokkeergaten aan beide zijden identiek
zijn zodat de rol perfect in de as en parallel met het terrein ligt.
3.04 ‐ Controle voor aanvang van het werk
BELANGRIJK! Controleer voor u aan de slag gaat:
1. dat de lagers van de rotor en van de rol goed zijn gesmeerd;
2. dat het oliepeil van de tandwieloverbrenging correct is;
3. dat de dwarspennen van de cardanas gesmeerd zijn;
4. dat de messen, rotor van de messenblokken, riemen en cardanas ontdaan zijn van alle
vreemde voorwerpen zoals koorden, takken, gras, enz.;
5. dat de messen correct zijn gepositionneerd en de bouten perfect zijn aangehaald
6. dat de rotatierichting en het aantal toeren van de aftakas van de trekker in
overeenstemming zijn met wat op de machine staat vermeld.
7. dat alle veiligheidsinrichtingen op de juiste plaats en behoorlijk zijn aangebracht;
8. dat er zich niemand, in het bijzonder kinderen of dieren, opzij van de machine bevindt;
7
Zie tabel 1, pagina 21.
GEBRUIK
Fig. 4
De maaihoogte kan worden gewijzigd door de aan
de zijkant verankerde rol met behulp van een dubbel
stel bouten naar boven of naar beneden te stellen.
BELANGRIJK! Een te lage maaihoogte moet te allen
tijde worden vermeden. Het in aanraking komen
met stenen of een hellend terrein kan de
versnipperaar zwaar beschadigen.
15
GEBRUIKS‐ EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
7
;
ROTOMEC