HURRICANE H40
2. Zet met behulp van de zijspanners de hefarmen vast om elke zijwaartse verplaatsing van
de machine te voorkomen.
3. Sluit het derde bovenste punt aan (door het met de voorziene boutankers en sluitstiften
te blokkeren) door het zodanig te regelen dat de machine zo parallel mogelijk met het
terrein komt te staan wanneer ze in de werkpositie wordt geplaatst.
4. Blokkeer de onderarmen van de 3‐puntskoppeling van de trekker zodat tijdens het werk
altijd dezelfde maaihoogte behouden blijft.
5. Bevestig de cardanas, compleet met beveiliging, en controleer dat de blokkeerstoppen
van de vorken correct op de aftakas van de trekker en van de machine zijn aangesloten.
6. Bevestig de bevestigingskettingen van de beschermingsbuizen zodanig dat de as nog
voldoende bewegingsruimte heeft.
De 3‐puntskoppeling van de versnipperaar Hurricane H40 staat centraal op de aftakas van
de trekker, maar excentrisch in verhouding tot de middellijn ervan, waardoor er stapvoets in
de nabijheid van planten kan worden gewerkt (zie fig. 5).
Fig. 5 – Werkpositie van de versnipperaar in verhouding tot die van de trekker.
GEVAAR! Plaats de versnipperaar op de grond voordat u de motor van de trekker start en
de aftakas activeert.
GEBRUIK
3.06 ‐ Werkpositie
3.07 ‐ Aanvang van het werk
17
GEBRUIKS‐ EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
ROTOMEC