HURRICANE H40
De Hurricane H40 is een robuuste, gemakkelijk te bedienen versnipperaar met horizontale
as. Deze machine is speciaal ontworpen voor het onderhoud van grasweiden en van alle
plaatsen waar precisiewerk en veiligheid belangrijk zijn.
De H40 serie is bestemd voor trekkers met een vermogen tussen 15 en 40 PK. De modellen
zijn verkrijgbaar met drie verschillende werkbreedtes van respectief 120, 150 en 180 cm.
De werking van de aftakas wordt door middel van de cardanas doorgegeven aan de
tandwieloverbrenging van de machine. Vandaar gaat het naar een laterale as en wordt de
beweging doorgegeven aan twee riemschijven die de horizontale rotor van het mesblok
activeren.
Op de rotor, die perfect in evenwicht moet zijn en tegen een aanzienlijke snelheid moet
draaien, worden met behulp van dragers met dubbele kogelgewrichten de messen
gemonteerd waarvan de diverse maaibreedtes elkaar absoluut moeten overlappen.
De messen draaien rechtsom waarbij het voortbewegingstraject van de trekker wordt
gerespecteerd om een "averechts" effect te creëren.
Onze versnipperaars kunnen zowel voor als achter een trekker worden gekoppeld.
De multiplicator kan immers 180° worden gedraaid en de koppelingen van de trekker zijn
omkeerbaar (zie fig. 3).
De minimum maaihoogte is 2,5 cm, de maximum 12,5 cm. De maaihoogte kan worden
2
geregeld
door een instelling op de achterste rol.
VOORZICHTIG! De ontwerpers van onze machines streven naar maximum veiligheid. Alle
inspanningen die ons bedrijf levert met het oog op de productie van veilige machines,
kunnen echter door een enkele onvoorzichtige handeling van de persoon die de machine
bedient, worden teniet gedaan.
Het voorkomen van ongevallen en de veiligheid op het werk zijn twee factoren waar de
persoon die de machine bedient verantwoordelijk voor is. Hij moet altijd met de nodige
voorzichtigheid tewerk gaan en de veiligheidsinstructies, vermeld in deze handleiding,
nauwgezet naleven.
1. Het gebruik van de machine, zelfs voorzien van veiligheidsinrichtingen, levert potentieel
gevaar op dat tijdens de ontwerp‐ en productiefase niet altijd kan worden voorzien.
Voordat de operator met de machine aan de slag gaat, moet hij deze gebruiks‐ en
2
Zie paragraaf 3.03 ‐ Instelling van de maaihoogte
GEBRUIK
3 ‐ GEBRUIK
3.01 ‐ Veiligheidsnormen
11
GEBRUIKS‐ EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
ROTOMEC