HURRICANE H40
14. Werk nooit onder bomen met laaghangende takken. De operator kan van de trekker
vallen nadat hij takken heeft geraakt en nadien door de versnipperaar worden
omvergereden.
15. De mechanische delen van deze machine zijn ontworpen en getest om in moeilijke
omstandigheden te worden gebruikt. Maar deze delen kunnen na een hard contact met
stenen, rotsen, metaal, wortels, enz. echter breken. Wanneer de machine met een van
de opgesomde voorwerpen in botsing komt, kunnen bepaalde onderdelen beschadigd
worden en met grote kracht ver weg worden geslingerd. Om eventuele schade te
vermijden, moet u beletten dat de messen met de vermelde voorwerpen in contact
komen.
16. Controleer de messen van de versnipperaar regelmatig. Ze moeten scherp zijn en
mogen geen inkepingen of scheuren vertonen. Ze moeten bovendien stevig op de rotor
van het messenblok zijn bevestigd.
17. Wanneer u per ongeluk een obstakel raakt, ontkoppel dan onmiddellijk de aftakas, leg
de motor stil en controleer de machine op eventuele schade voordat u het werk hervat.
18. Controleer het te bewerken terrein op putten, rotsen, wortels of andere mogelijke
gevaren.
19. Ga uiterst voorzichtig tewerk en vorder slechts langzaam wanneer u in een heuvelachtig
gebied, op moeilijke terreinen of in de buurt van grachten en balustrades moet werken.
20. Minder snelheid bij afdalingen en nauwe bochten om het risico dat u de controle over
trekker en machine verliest en het gevaar voor kantelen tot een minimum te beperken.
Wanneer u op een helling aan het werk bent, trek dan niet bruusk op en rem ook niet
plots. Vermijd werken op te steile hellingen.
21. Wanneer de machine aan de trekker wordt gekoppeld, kan het gewicht onevenwichtig
zijn verdeeld. Zorg ervoor dat niet minder dan 20 % van het gewicht van de trekker en
van de machine op de achterwielen van de trekker rust. Is dat niet het geval en is het
gewicht dus niet evenwichtig verdeeld, dan bestaat de kans dat de trekker kantelt en
letsels of schade veroorzaakt. Bijkomend gewicht moet op de achterwielen of met een
ballast aan de voorzijde van de trekker worden aangebracht.
22. Controleer de machine regelmatig
de machine op beschadigde of versleten onderdelen.
23. Gebruik de originele cardanas die samen met de versnipperaar wordt geleverd
uitsluitend in combinatie met de overeenkomstige veiligheidsinrichtingen. Ga
regelmatig na of de veiligheidsinrichtingen in goede staat zijn en vervang ze wanneer
dat niet het geval is.
24. Vermijd werken in de buurt van grachten en waterplassen.
25. Wanneer u op een helling moet werken, vermijd dan bruusk optrekken en plots
remmen.
26. In valleien adviseren wij om de helling op‐ of neerwaarts te bewerken en niet dwars.
4
Zie hoofdstuk 4 ‐ Onderhoud.
5
Zie tabel 1, pagina 21.
GEBRUIK
GEBRUIKS‐ EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
4
. Ga na of de bouten goed zijn aangehaald
13
5
. Verifieer
ROTOMEC