HURRICANE H40
GEVAAR! Voordat om het even welke regeling of onderhoud wordt uitgevoerd, moet de
handrem worden opgetrokken. Ontkoppel de aftakas. Leg de motor stil. Verwijder de
contactsleutel. Wacht tot de messen tot stilstand zijn gekomen voordat u de trekker
verlaat. Zet de versnipperaar veilig op de grond of op twee steunen. Laat de versnipperaar
nooit in een door de trekker geheven toestand: op die manier voorkomt u het eventueel
neerkomen van de machine en vermijdt u dat personen worden gewond. Draag tijdens het
werk en het onderhoud altijd handschoenen en een veiligheidsbril. Stop nooit uw vingers
in de gleuven van de platen om mogelijke verwondingen aan de handen te vermijden.
1. De koper is verantwoordelijk voor het periodieke onderhoud van de machine.
2. Houd de ruimte waar regeling en onderhoud worden uitgevoerd, netjes en schoon.
3. Zorg ervoor dat de ruimte goed wordt verlucht en naar buiten kan worden geopend om
eventuele uitlaatgassen die bij het starten van de motor worden geproduceerd, te laten
ontsnappen.
4. Voer geen reparaties of regelingen uit terwijl de motor van de trekker draait. Voordat er
met om het even welk onderhoud of reparatie kan worden gestart, moet de aftakas
worden ontkoppeld, de handrem opgetrokken, de motor stilgelegd en de sleutel uit het
contactslot worden verwijderd.
5. Controleer dat de messen, cardanas en alle bewegende onderdelen volledig tot stilstand
zijn gekomen voordat de onderhoudswerkzaamheden worden aangevat.
6. Zet de versnipperaar op een veilige en stabiele manier vast voordat de
onderhoudswerkzaamheden worden aangevat.
7. Draag tijdens de onderhoudswerkzaamheden aan de machine altijd de gepaste
veiligheidskleding en ‐toebehoren zoals, bijvoorbeeld, een veiligheidsbril,
handschoenen, veiligheidsschoenen, enz.
8. Controleer regelmatig de staat van de messen, die scherp moeten zijn, krassen noch
scheuren mogen vertonen en stevig moeten bevestigd zijn.
9. Controleer periodiek de aandraaiingsgraad van de bouten
10. Zorg ervoor dat van zodra de onderhouds‐ en reparatiewerkzaamheden zijn afgerond,
alle veiligheidsinrichtingen opnieuw correct zijn aangebracht.
11. Leg de gebruikte werktuigen en gereedschap terug op hun plaats.
13
Zie tabel 1, pagina 21.
ONDERHOUD
4 ‐ ONDERHOUD
4.01 ‐ Veiligheidsnormen
22
GEBRUIKS‐ EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
13
.
ROTOMEC