1. Verwijder de twee (2) schroeven van de motorkap en verwijder de
kap.
2. Zet de zuiger in het bovenste dode punt (BDP) om het binnendrin-
gen van koolstof in de cilinder te voorkomen.
3. Verwijder het deksel van de vonkenvanger (B), de pakkingen (C,
D) en het zeefje (E) van de uitlaat.
4. Verwijder de koolstofaanslag van het zeefje en de onderdelen van
de uitlaat.
OPMERKING
Zorg ervoor dat u bij het verwijderen van de koolstofaanslag de
katalysator niet beschadigt.
5. Vervang het zeefje wanneer het barsten, koolstofaanslag of gaten
vertoont.
6. Installeer de onderdelen opnieuw in omgekeerde volgorde.
Reinigen van de uitlaatpoort
Niveau 2.
Benodigd gereedschap: L-sleutel Torx T27, houten of plastic schraper
Benodigde onderdelen : indien nodig : hittescherm
1. Koppel de bougiekabel los en verwijder de motorkap (2 schroe-
ven).
2. Zet de zuiger in het bovenste dode punt. Verwijder de uitlaat (A) en
het hittescherm (B).
3. Verwijder de koolstofaanslag van de uitlaatpoort van de cilinder
met behulp van een houten of plastic schraper.
BELANGRIJK
Gebruik nooit een metalen voorwerp om de koolstofaanslag van de
uitlaatpoort te verwijderen.
Maak geen krassen in de cilinder of de zuiger bij het reinigen van
de uitlaatpoort. Zorg ervoor dat er geen koolstofaanslag in de cilin-
der terechtkomt.
4. Inspecteer het hittescherm en vervang het wanneer het schade
vertoont.
5. Installeer de uitlaat en het hittescherm.
6. Draai de montagebouten (of de moeren) van de uitlaat aan met een
aandraaimoment van 9 - 11 N·m.
7. Breng de motorkap weer aan en sluit de bougiekabel opnieuw aan.
8. Start de motor laat hem warmdraaien tot bedrijfstemperatuur.
9. Zet de motor af en draai de montagebouten (of de moeren) aan met
het voorgeschreven aandraaimoment.
H
oogsnoeier
g
ebruiksaanwijzing
E
D
C
B
B
25
A