14
3. Trek de bovenbuis (F) 130 tot 150 mm uit de onderbuis in glasve-
zel; schuif ze vervolgens opnieuw in glasvezel onderbuis waarbij
u de inwendige overbrengingsas laat uitsteken (G). Koppel het
"stervormige" uiteinde van de inwendige overbrengingsas (G)
vast in het zaagsysteem (H).
4. Breng de uitsteeksels (J) van de bovenbuis tegenover de inkepin-
gen van het zaagsysteem.
5. Schuif het zaagsysteem over de buis en breng de blokkeerschroef
(D) tegenover het gat (I) in de bovenbuis.
6. Draai de blokkeerschroef aan (D). Draai de twee (2) bouten (C)
van het zaagsysteem aan.
7.
Regel de bovenbuis op de gewenste lengte. Draai de knop (E)
vast door hem rechtsom te draaien.
Regelen van de spanning van de zaagketting
WAARSCHUWING
Koppel altijd de bougiekabel los vóór iedere onderhoudsingreep
aan het zaagsysteem. Draag altijd handschoenen voor het behan-
delen van de zaagketting ter voorkoming van ernstige lichamelijke
letsels.
Regelen van de kettingspanning
1. Zet de stopschakelaar in de stand STOP.
2. Koppel de bougiekabel los.
3. Draai de twee moeren (A) van de tandwielkast los.
4. Houd het uiteinde van het kettingzwaard naar omhoog en draai de
schroef (B) van de kettingspanner rechtsom tot de ketting mooi
tegen de onderkant van het kettingzwaard aanligt, zoals getoond in
de illustratie.
Alleen wanneer de ketting koud is: draai de kettingspanschroef
nog 1/8 tot 1/4 slag verder naar rechts.
G
J
G
D
B
A
CORRECTE
SPANNING KOUD
KETTING MOET
OPNIEUW
GESPANNEN
WORDEN
Verbindingsstaafje
Aandrijfschakelpennen
van zijschakels
die uitsteken t.o.v. het
zwaard
H
I
C
CORRECTE
SPANNING
WARM
3 mm tussen
zijschakel en
onderkant
zwaard