10
1. MOTORBLOK - Bestaat uit de motor, de koppeling, de tank en de starter.
2. GASHENDEL - Een veer doet hem terugkeren in de leeglooppositie wanneer hij wordt losgelaten. Voor een optimale
werking dient u de hendel geleidelijk aan in te drukken wanneer u gas geeft.
3. DRAAGHARNAS - Verstelbaar harnas om de machine op te hangen aan uw lichaam.
4. ZAAGGEDEELTE - Waterdicht tandwielmechanisme met overbrengingsverhouding 1,5 : 1.
5. ZAAGKLEM - Om de tak vast te klemmen tijdens het zagen. Plaats de zaagklem tegen de tak, doe de zaagketting draaien
en laat ze zakken op de tak.
6. KETTINGZWAARD - Zaaglengte van 254 mm.
7. KETTING - "Laag-profiel"-ketting met een steek van 9,53 mm. Draait met een snelheid van ongeveer 610 m/min bij
volgas.
8. AUTOMATISCHE SMEERINRICHTING - De automatische smeerinrichting is ingesteld voor een debiet van 3 tot 4
ml/min bij een normaal toerental. Voor hard of droog hout kan het debiet worden verhoogd voor een correcte smering. Vul
de smeerinrichting met hoogwaardige olie voor kettingzwaard en ketting met een lage viscositeit.
9. ONDERBUIS - Vervaardigd van stevig glasvezel.
10. AAN/UIT-SCHAKELAAR - Bevindt zich op de bovenkant van de handgreep. Stand naar voren: aan - stand naar achte-
ren: uit.
11. VEILIGHEIDSHENDEL - Deze hendel moet eerst worden ingedrukt alvorens de gashendel kan worden gebruikt.
12. GASHENDELHANDGREEP - Robuuste handgreep voor de rechterhand. Omvat de stopknop en de gashendel.
13. BOVENBESCHERMING
14. STARTERHENDEL - Trek langzaam aan de hendel tot de starter inkoppelt, en geef vervolgens een korte maar krachtige
ruk aan het koord. Trek het startkoord NIET uit over zijn volledige lengte. Laat de hendel vervolgens langzaam terugkeren.
LAAT DE HENDEL NIET TERUGSCHIETEN aangezien dat de machine kan beschadigen
15 UITLAAT/VONKENVANGER OF UITLAAT/VONKENVANGER MET DE KATALYSATOR - De katalysa-
tor en de uitlaat regelen het geluid en de uitlaatgassen. De uitlaat/vonkenvanger voorkomt dat er gloeiende koolstof-
deeltjes uit de uitlaat ontsnappen. Houd de uitlaat vrij van brandbare stoffen.
16. BRANDSTOFTANK - Bevat de brandstof en de brandstoffilter.
17. TANKDOP - Sluit de brandstoftank waterdicht af.
18. BENZINEAANZUIGPOMP - Bedien de benzineaanzuigpomp voor het starten van de motor om verse brandstof
naar de carburateur te pompen en de lucht en oude brandstof uit de carburateur te verwijderen. Bedien de benzine-
aanzuigpomp tot de brandstof zichtbaar is en vrij stroomt in de brandstofretourleiding. Bedien de benzineaanzuig-
pomp nog 4 of 5 keer.
19. LUCHTFILTER - Bevat vervangbare filterelementen.
20. CHOKEHENDEL - Bevindt zich op de bovenkant van het luchtfilterhuis. Om de choke te bedienen. Maakt het mogelijk
de choke in de stand "START" (choke gesloten) te zetten en hem vervolgens terug te zetten in de stand "RUN" (choke
open).
21. BOUGIE - Produceert de vonk die het brandstofmengsel doet ontsteken.
22. KETTINGBESCHERMER - Om de ketting af te dekken voor transport of opberging. Verwijder de beschermer alvorens
de machine te gebruiken.
Beschermt de arm tegen de warmte van de motor.
-