Inhoudsopgave
Advertenties
/ / FK- EN FL-VERDRINGERPOMPEN / / /
3.1.1
Pomp met gelijklooptransmissie (A)
16
15
14
Fig. 5
Principiële opbouw, voorgesteld aan de hand van een FL-verdringerpomp
11
Transmissiekast
12
Aandrijfas
13
Gelijkloopas
14
Buisaansluitingen
15
Pompdeksel
16
Pompbehuizing
3.1.2
Koppeling (B)
De koppeling verbindt de as van de transmissiemotor met de
aandrijfas (12) van de pomp. Aan de koppeling wordt het aan-
drijfmoment van de transmissiemotor overgedragen op de
pomp.
Bouwvorm FKF: hier valt de koppeling weg.
3.1.3
Transmissiemotor (C)
De transmissiemotor is een elektromotor met vast of regelbaar
toerental. Deze is op het basisframe of het fundament ge-
schroefd.
3.2
Bouwvormen
De bouwvorm en uitvoeringen zijn aangegeven op het type-
plaatje. Zie Hoofdstuk 2.4.3 „Typeplaatje", pagina 7.
De bouwvorm FK onderscheidt zich van de bouwvormen FL/FL2
door de vorm van de verdringers. Hierna worden de bouwvor-
men FK, FL en FL2 beschreven.
3.2.1
Bouwvorm FK
De FK-verdringerpompen zijn vleugelpompen. Deze zijn telkens
met de volgende verdringervormen uitgerust:
Fig. 6
1-vleugel-
Fig. 7
2-vleugel-
verdringer
verdringer
8
11
12
13
Uitvoeren van de bouwvorm FK
De uitvoering is aangegeven op het typeplaatje, zie
Hoofdstuk 3.6 „Typebenaming", pagina 9.
– Hogedrukuitvoering met dekselloopbus
– Compacte vorm FKF
Deze uitvoering beschikt niet over een koppeling. De pomp
is direct aan de transmissiemotor bevestigd.
3.2.2
Bouwvorm FL
De FL-verdringerpompen zijn draaizuigerpompen. Deze zijn tel-
kens met de volgende verdringervormen uitgerust:
Fig. 8
1-vleugel-verdrin-
Fig. 9
2-vleugel-verdrin-
ger
ger
De bouwvormen FL en FL2 zijn principieel identiek opgebouwd.
Ze onderscheiden zich door hun asafdichting.
Uitvoeren van de bouwvorm FL en FL2
– Korte of lange bouwvorm van de verdringers.
Deze uitvoering maakt een betere benadering van het vermo-
gensverbruik van de pomp mogelijk.
3.3
Algemene uitvoeringen
Voor alle bouwvormen zijn de volgende uitvoeringen mogelijk:
– Enkele of dubbele asafdichting,
Er kunnen twee dichtingstypes worden gebruikt: enkele as-
afdichting en dubbele asafdichting.
Bij de dubbele asafdichting beschikt de pompbehuizing
over twee bijkomende aansluitingen voor de spervloeistof.
Op de figuren in deze gebruiksaanwijzing zijn deze aanslui-
tingen niet weergegeven.
– Temperatuurverdringers,
Temperatuurverdringers zijn speciale verdringers, waarmee
de FK- en FL-verdringerpompen met een hogere medium-
temperatuur gebruikt kunnen worden. De temperatuurver-
dringers hebben een grotere spleetmaat. Zie Tabel 10 „Axia-
le spleetmaten", pagina 25.
– Horizontale of verticale pompaansluiting,
– Verwarmingsmantel,
Aan het pompdeksel en de behuizing kan de pomp telkens
uitgerust zijn met een verwarmingsmantel.
– Overstroomklep,
De overstroomklep is een veiligheidsklep aan het pompdek-
sel. Als er een overstroomklep wordt gebruikt, bevindt zich
Fig. 10
3-vleugel-verdrin-
ger
Advertenties
Inhoudsopgave
