Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pomp Bevestigen; Pijpleidingen Installeren; Elektrische Aansluiting; Elektrostatische Oplading - Fristam Pumps FK Series Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

/ / FK- EN FL-VERDRINGERPOMPEN / / /
6.4

Pomp bevestigen

6.4.1
Pomp met basisframe
Pomp op het basisframe aan het fundament schroeven.
6.4.2
Pomp met basisframe op kalotten (optie)
Pomp op kalotten plaatsen en uitrichten.
6.4.3
Onderstel (optie)
1. Pomp op de opstelplaats monteren. Remmen van de rollen
(indien aanwezig) vastzetten of onderstel met remwiggen
fixeren.
2. Onderstel aarden om elektrostatische ladingen af te leiden.
3. Slangen moeten zo geplaatst worden dat deze niet bescha-
digd kunnen worden.
6.5

Pijpleidingen installeren

Pijpleidingen als volgt plaatsen en aansluiten:
Pijpleidingweerstand zo laag mogelijk houden: onnodige
montage van ventielen, bochten en abrupte overgangen
vermijden.
Fig. 14
Pijpleidingovergangen
Pijpleidingdiameter zo bepalen dat er geen onnodig druk-
verlies resp. cavitatie ontstaat in het aanzuig- of inloopbe-
reik.
Afsluitklep in de drukleiding monteren.
Aanzuigleidingen zo kort mogelijk uitvoeren.
Zuigleidingen horizontaal of met continu daling in de richt-
ung van de pomp unit leggen. Luchtkussen en te lage secties
in de leidingen vermijden.
12
Fig. 15
Luchtinsluitingen in de pijpleiding
Fig. 16
Putten in de pijpleiding
Pijpleidingen zo plaatsen en aansluiten dat er geen spannin-
gen optreden aan de pomp.
Pijpleidingen met klemmen bevestigen aan plafonds, wan-
den of in de vloer.
Pijpleidingen met behulp van een hoek precies uitrichten
t.o.v. de pompaansluitingen.
6.6

Elektrische aansluiting

Elektrostatische oplading

Elektrische schok.
Pijpleidingen en pomp aarden.
De elektrische aansluiting mag alleen worden uitgevoerd door
een elektromonteur.
Procedure
1. Aansluitingswaarden op het typeplaatje van de motor in
acht nemen. De aangegeven spanning mag niet overschre-
den worden.
2. Motor alleen op beveiligde stroomcircuits aansluiten om een
hoge stroomopname te verhinderen.
3. Motor in overeenstemming met het schakelschema in de
klemmenkast van de motor aansluiten.
4. Kabeldoorvoeringen beschermen tegen binnendringende
vochtigheid.
5. Motor gedurende 2 tot 3 seconden inschakelen. Daarbij de
draairichting van het motor-ventilatorwiel controleren.
6. Bij foute draairichting indien nodig de polen verwisselen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave